Herhalen evolutie WTS

Herhalen evolutie
B4 De evolutietheorie
B5 De geschiedenis van het leven op aarde
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhalen evolutie
B4 De evolutietheorie
B5 De geschiedenis van het leven op aarde

Slide 1 - Slide

Definitie Evolutie
De ontwikkeling van het leven waarbij soorten ontstaan, veranderen of verdwijnen.

Slide 2 - Slide

Charles Darwin

De evolutietheorie is vooral ontwikkeld door 

Charles Darwin. 

Slide 3 - Slide

De evolutietheorie
- Variatie in genotypen
- Natuurlijke selectie
- Het ontstaan van nieuwe soorten

Slide 4 - Slide

variatie in genotypen
  • door geslachtelijke voortplanting ontstaat variatie in genotypen
  • variatie door mutaties
  • nieuwe genotypen leiden tot                                       andere fenotypen

Slide 5 - Slide

Natuurlijke selectie

Slide 6 - Slide

Het ontstaan van nieuwe soorten volgens Darwin

Slide 7 - Slide

Wat is variatie in genotypen?
A
Een nakomeling heeft hetzelfde genotype als de ouders
B
Een nakomeling heeft hetzelfde genotype maar een ander fenotype
C
Een nakomeling heeft en ander genotype dan de ouders

Slide 8 - Quiz

Wat kan zorgen voor variatie in genotype?
A
Alleen mutaties
B
Alleen geslachtelijke voortplanting
C
Mutaties en geslachtelijke voortplanting
D
Naar de sportschool gaan of in de zon liggen

Slide 9 - Quiz

Natuurlijke selectie is een mechanisme dat van belang is voor de evolutietheorie. Wat verstaan we onder natuurlijke selectie?
A
Dat verschillende vormen van een soort zich gescheiden ontwikkelen
B
Dat individuen met een betere aanpassing aan het milieu een grotere overlevingskans hebben
C
Dat verwante soorten door aanpassingen aan het milieu verschillen gaan vertonen
D
Dat de sterksten een grotere overlevingskans hebben

Slide 10 - Quiz

Hoe heeft natuurlijke selectie geregeld dat aapachtige voorouders rechtop gingen lopen?
A
De voorouders die op 4 poten bleven lopen verspilden meer energie.
B
De voorouders die op 4 poten bleven lopen werden sneller gepakt door roofdieren...
C
Rechtop lopen gaf verschillende voordelen om te overleven. Daardoor is die eigenschap doorgegeven aan volgende generaties...
D
De voorouders die rechtop konden lopen hadden meer overzicht...

Slide 11 - Quiz

Wat is nodig voor het ontstaan van een nieuwe soort?
1. erfelijke variatie 2. natuurlijke selectie 3. isolatie
A
1, 2 en 3
B
2 en 3
C
1 en 2
D
1 en 3

Slide 12 - Quiz

Versleep de gele balken naar de bijbehorende groene balken.
bij geslachtelijke voortplanting ontstaan individuen die allemaal van elkaar verschillen
een plotselinge verandering in het dna waardoor een nieuw genotype kan ontstaan
de individuen van een soort kunnen niet meer bij elkaar komen en kunnen gaan veranderen waardoor nieuwe soorten ontstaan
mutatie
isolatie
variatie in genotypen

Slide 13 - Drag question

B6 De geschiedenis van het leven op aarde

Slide 14 - Slide

Argumenten voor evolutie
  • Fossielen
  • overblijfselen
  • argumenten die theorie   ondersteunen

Slide 15 - Slide

Geschiedenis van het leven
Geologische tijdschaal

Slide 16 - Slide

Geologische tijdschaal

Slide 17 - Slide

Verwantschap
Hoe bepaal je verwantschap tussen soorten?

Homologe organen - 
overeenkomstige lichaamsbouw

DNA


Slide 18 - Slide

Argumenten voor evolutie
Rudimentaire organen




Slide 19 - Slide

Wat is geen fossiel?
A
Een eierschaal van een kip
B
Een pootafdruk van een dinosaurus in versteende modder
C
Een schelp van een schelpdier in een dikke laag kalk
D
Versteend bot van een mens

Slide 20 - Quiz

In de afbeelding is een geologische tijdschaal weergegeven. Een brede lijn geeft aan dat een groep een grote bloei heeft doorgemaakt. Hoeveel miljoen jaar geleden begon het Paleozoïcum?
A
65
B
299
C
359
D
542

Slide 21 - Quiz

Wie heeft de meeste verwantschap met de gorilla?
A
Apen van de nieuwe wereld
B
Chimpansees
C
Orang-oetans
D
Gibbons

Slide 22 - Quiz

Zelfde soort?
Verwantschap?
A
zelfde soort & wel verwantschap
B
Zelfde soort & geen verwantschap
C
niet dezelfde soort maar wel verwantschap
D
niet dezelfde soort & geen verwantschap

Slide 23 - Quiz

Wat zijn rudimentaire organen?
A
Een groep samenwerkende organen
B
Organen die alleen bij mensen voorkomen.
C
Organen die zich in de loop van de tijd steeds verder ontwikkelen.
D
Organen die we door aanpassingen aan het milieu niet meer nodig hebben

Slide 24 - Quiz

1
2
3
4
5
6
7
In welke volgorde verliep de evolutie van het leven?
bacteriën
weekdieren
schelpdieren
vissen
landplanten
reptielen
zoogdieren

Slide 25 - Drag question

Ik zie het helemaal zitten morgen met de repetitie!

😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll