This lesson contains 10 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Nederlands
Hoofdstuk 44: Publiek
9 juni 2022
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Lesdoel: je kun je spreektekst afstemmen op je publiek
Actieve bijdrage en niet door elkaar praten
Telefoon in tas
Oordopjes uit
Slide 2 - Slide
Wat vind jij belangrijk, wanneer iemand jou iets aan het vertellen is?
Slide 3 - Open question
Wie is jouw publiek?
Hoe oud zijn ze?
Hoeveel kennis hebben ze?
Wat is de relatie tussen jou en het publiek?
Wat wil je bereiken bij jouw publiek?
Welk taalgebruik is passend?
Tekst afstemmen op luisteraar om de luisteraar
te bereiken.
Slide 4 - Slide
Hoe zorg je dat jouw publiek luistert?
Als je spreekt dan moet je letten op het volgende:
volume: het volume moet je afstemmen op jouw publiek. Sta je voor een klas dan praat je luider, dan wanneer je tegen een persoon praat.
non-verbaal (communiceren zonder taal te gebruiken): let op je houding. Als je iemand iets verdrietigs moet vertellen, dan is het raar als je dit met een grote glimlach doet.
inleven: laat zien dat weet wat het publiek voelt en meemaakt en dat je daar ook rekening mee houdt.
relevantie: geef aan waarom het belangrijk is wat je gaat vertellen.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Interactie met publiek
Hoe kun je jouw publiek betrekken bij jouw verhaal?
Band creëren: als je benadrukt wat jij en het publiek gemeen hebben, dan schep je een band.
Compliment geven: geef complimenten zodat mensen zich gewaardeerd voelen.
Vragen stellen: als je vragen stelt, dan dwing je het publiek actief mee te doen en over het onderwerp na te denken.
Gebruik humor: als je in een zaal zit en de hele zaal lacht, dan wil jij ook meelachen. Bovendien is humor ook een goede manier om aandacht vast te houden.