2 En plus, nous sommes assez minces, toutes les deux.
3 Je porte toujours des lunettes de soleil.
4 J’ai les cheveux longs.
5 Je mesure 1 mètre 83.
6 Je ne veux pas être comme les autres.
Slide 5 - Slide
diagnostische toets On révise
Exercice B
Exercice C
Exercice E
timer
1:00
Slide 6 - Slide
P. 124 et 125 Exercice 8G of 8H APP 3 METTRE
Maak één van de twee oefeningen. Je mag kiezen.
timer
1:00
Slide 7 - Slide
Diagnostische toets
Exercice B - woorden vertalen en in de juiste zin plaatsen eerst: tips om deze oefening te doen
Exercice E - enkelvoud/ meervoud (APP 10)
indien tijd, anders huiswerk: Exercice C - mettre (APP 3)
timer
1:00
Slide 8 - Slide
WERKBLAD CORRIGEREN
Gebruik APP 5 Het bijvoeglijk naamwoord (uitgangen)
Huiswerk voor maandag 21 maart. (staat op Magister)
GROS/ GROSSE- DIK
CHECK dat je de Franse vertaling van de voorbeelden van APP 5 kent. Gebruik QUIZLET U3 APP5!
Ik verzamel weer in
Slide 9 - Slide
HUISWERK CHECK
APP 8
Slide 10 - Slide
de kracht van herhalen
APP 10
Slide 11 - Slide
Meervoud zelfstandige naamwoorden p. 110 APP 10
Algemeen: er komt een - s achter het znm bij meervoud. La femme --> les femmes le garçon--> les garçons
5 Bijzondere vormen: s --> s le bus, les bus x--> x la voix, les voix eau--> eaux le cadeau, les cadeaux eu-->eux le cheveu, les cheveux al--> aux un animal, des animaux
Slide 12 - Slide
Nakijken 24 B p. 110
B Voorbeelduitwerking:
La petite fille est jeune et l’homme est vieux.
La fille a les cheveux noirs et l’homme a les cheveux gris.
L’homme porte des lunettes, mais la fille ne porte pas de lunettes.
La fille porte un blouson jaune et l’homme porte un pantalon brun et une chemise bleue.
L’homme a une moustache.
La fille est petite et l’homme est de taille moyenne.