A3 A PROPOS DE LA SEMAINE DE TESTS

tw1 frans 
-AANTEKENINGEN
- PAGES JAUNES CHAPITRE 1
-FUTUR PROCHE
-FUTUR REGELMATIGE WERKWOORDEN
-FUTUR ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
- VERVOEGING REGELMATIGE WERKWOORDEN -ER/-IR/-RE IN PRÉSENT/PASSÉ COMPOSÉ/IMPARFAIT EN FUTUR
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

tw1 frans 
-AANTEKENINGEN
- PAGES JAUNES CHAPITRE 1
-FUTUR PROCHE
-FUTUR REGELMATIGE WERKWOORDEN
-FUTUR ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
- VERVOEGING REGELMATIGE WERKWOORDEN -ER/-IR/-RE IN PRÉSENT/PASSÉ COMPOSÉ/IMPARFAIT EN FUTUR

Slide 1 - Slide

Le futur simple - stappenplan
regelmatige ww er, ir, re
       1 - bepaal wat het hele werkwoord is
       2 - eindigt deze op een 'e' haal deze er dan af
       3 - plak de juiste uitgang van de futur er achter
     

Slide 2 - Slide

Le futur simple - de uitgangen
Werkwoorden op ir        - op er                   -op re
Je               choisirai          mangerai             prendrai
Tu               choisiras         mangeras            prendras
Il/elle/on  choisira           mangera              prendra
Nous         choisirons      mangerons         prendrons
Vous          choisirez         mangerez           prendrez
Ils                choisiront      mangeront          prendront

Slide 3 - Slide

Le futur : onregelmatige werkwoorden
aller => stam futur = IR : j'irai
être => stam futur is SER : je serai
avoir => stam futur is AUR :  j'aurai
pouvoir : stam futur is POURR : je pourrai
vouloir : stam futur is VOUDR ;  je voudrai
venir : stam futur is VIENDR:  je viendrai
voir :  stam futur is VERR : je verrai
faire ; stam futur is FER :  je ferai

Slide 4 - Slide

Le futur simple 
Schrijf in je aantekeningenschrift de vertalingen op van b tm f
a) j'aurai - ik zal hebben
b) tu feras - .......................
c) il sera - ........................
d) elle voudra ................
e) nous verrons...................
f) vous viendrez ....................

Slide 5 - Slide

checkcheckcheck
Schrijf in je aantekeningenschrift de vertalingen op van b tm f
a) j'aurai - ik zal hebben
b) tu feras - .jij zult doen
c) il sera - hij zal zijn
d) elle voudra- zij zal willen
e) nous verrons- wij zullen zien
f) vous viendrez - jullie zullen komen/ u  zult komen

Slide 6 - Slide

Questions
  • wanneer gebruik je de futur simple?
  • wat zijn de uitgangen van de futur simple?
  • vervoegen : welke stappen neem je?
  • welke onregelmatige werkwoorden heb je tot zover gezien?

Slide 7 - Slide

Exercice: in welke tijd staat de zin:
Monique et Christian sont repartis à Strasbourg
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 8 - Quiz

In welke tijd staat de zin:
À Noël nous pourrons partir faire du ski si tu veux
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 9 - Quiz

In welke tijd staat de zin:
Mais nous avons des invités à Noël!
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 10 - Quiz

In welke tijd staat de zin:
Salut! Je vais partir maintenant à la maison
A
de présent
B
de futur simple
C
de passé composé
D
de futur proche

Slide 11 - Quiz

Verbes en -ir
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
A
Je partirai
B
Je partais
C
Nous partiron
D
Nous partirons

Slide 12 - Quiz

Verbes en -er
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
A
Nous parlerons
B
Il parlait
C
Je chanterais
D
Je chanterai

Slide 13 - Quiz

Verbes en -re
Welke vormen zijn correct van de futur simple?
A
Je vendrai
B
Nous vendrons
C
Elle vendrai
D
Ils vendront

Slide 14 - Quiz

vertaal ; ik zal zien

Slide 15 - Open question

vertaal : wij zullen zien

Slide 16 - Open question

hij zal maken

Slide 17 - Open question

wij zullen maken

Slide 18 - Open question

wij zullen doen

Slide 19 - Open question

ik zal hebben

Slide 20 - Open question

pages jaunes
vocabulaire
phrases/ expressions
futur proche
futur (regelmatige én onregelmatige werkwoorden)
écrire et devoir
falloir (il faut)
meervouden

Slide 21 - Slide