Klas 2A week 25

Klas 2A - week 25
Deze week begint met een stukje fictie, daarna beginnen we aan het onderdeel "Lezen" van hoofdstuk 6.

Aan het eind van de week controleer ik weer of iedereen alle slides doorlopen/ingevuld heeft.

Succes!!!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Klas 2A - week 25
Deze week begint met een stukje fictie, daarna beginnen we aan het onderdeel "Lezen" van hoofdstuk 6.

Aan het eind van de week controleer ik weer of iedereen alle slides doorlopen/ingevuld heeft.

Succes!!!

Slide 1 - Slide

Start les 1
Blader naar p. 224 van je boek. 

Lees de uitleg bij de begrippen dystopie en sciencefiction.
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Omschrijf nu het begrip "dystopie" in eigen woorden en geef er een voorbeeld (film, game of boek) bij.

Slide 3 - Open question

Speelden in het voorbeeld dat je gaf bij de vorige vraag niet-bestaande technologieën een rol? En zo ja, welke?

Slide 4 - Open question

Mogelijke voorbeelden...

Slide 5 - Slide

Kijk de trailer op de volgende slide

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Lees nu de fragmenten uit iBoy op p. 224-227 van je boek
Maak vervolgens opdracht 2 en 3 (p. 224, 225)

Tip bij opdracht 2: zoek in de omschrijving van "dystopie" op wat een moreel dilemma inhoudt.

De antwoorden vind je op de volgende slides.
timer
20:00

Slide 8 - Slide

Antwoorden opdr. 2 (p. 224)
1 Tom wil zijn oma helpen, maar weet ook dat stelen niet goed is. 

2 Tom heeft er geen slecht gevoel over, omdat hij uiteindelijk voor de minst slechte oplossing heeft gekozen: doordat hij maar één pond van heel veel mensen steelt, helpt hij zijn oma en zijn er geen echte slachtoffers van zijn diefstal. 

3 eigen antwoord.

Slide 9 - Slide

Antwoorden opdr. 3 (p. 225)
1 Tom kan dingen en mensen een elektrische schok geven, video’s in zijn hoofd opnemen (en versturen) en hij heeft een iSkin, waardoor andere mensen hem niet herkennen. 

2 Lucy was waarschijnlijk heel boos toen ze schreef dat ze die jongens wilde vermoorden. Zoiets zeg je als je erg boos bent, maar je meent het dan niet.

3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- Ja, want als hij iBoy is, verandert hij in een soort vechtmachine; hij is dan niet meer helemaal zichzelf.
- Nee, want Tom en iBoy zijn één persoon.
4 Eigen antwoord

Slide 10 - Slide

Zou jij het boek "iBoy" willen lezen? Waarom wel/niet?

Slide 11 - Open question

Dit is het eind van les 1
Je weet nu wat de volgende begrippen inhouden:
-dystopie
-sciencefiction
-moreel dilemma

Mocht je nog zin/tijd hebben om  meer fragmenten uit een dystopische
roman te lezen, lees dan de stukjes uit "Gesplitst" op p. 228-231.
(op de volgende slide vind je evt. een filmpje met uitleg bij het boek)

Wil je verder werken, neem dan eerst 10 minuten pauze.

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

Start les 2: maak de startopdracht (p. 162)
Kijk daarna het filmpje op de volgende slide.

(de antwoorden bij de startopdracht vind je later in deze LessonUp)
timer
10:00

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Lees nu de theorie op p. 162
Kijk daarna de startopdracht na (volgende slide).
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Antwoorden startopdracht (p. 162)

Slide 17 - Slide

Maak nu opdracht 1 (p. 163)
Tip: neem eerst netjes het schema over in je schrift. 

Wat is een ombudsman?
De term ombudsman stamt uit het Zweeds, waarin het woorddeel ombud oorspronkelijk wettelijk vertegenwoordiger of adviseur betekent. Een ombudsman is iemand die onpartijdig klachten behandelt.

De antwoorden volgen op de volgende slide.
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Antwoorden opdr. 1 (p. 163)
Tekst 1 ("Kamp")
Onderwerp: kamp voor christelijke tieners
Bron: www.wegwijzerkampen.nl
Taalgebruik:- de lezers worden met ‘je’ en ‘jij’ aangesproken
                          - redelijk eenvoudige zinnen en woordgebruik 
lay- out: niets opvallends
publiek: gelovige tieners die kamperen leuk vinden

Slide 19 - Slide

Antwoorden opdr. 1 (p. 163)
Tekst 2 ("Ijsland gaat jatten van verkeersborden tegen")
Onderwerp: diefstal van IJslandse verkeersborden
Bron: www.bndestem.nl
Taalgebruik: - moeilijke woorden en lange zinnen 
                           - de lezers worden niet direct aangesproken  
Lay-out: opmaak als een krantenbericht met lead en plaatsnaam
Publiek: volwassenen die de krant BN/DeStem lezen (een breed publiek)

Slide 20 - Slide

Antwoorden opdr. 1 (p. 163)
Tekst 3 ("Ouderen ombudsman")
Onderwerp: Ouderen-Ombudsman
Bron: www.ouderenombudsman.nl
Taalgebruik: - de lezers worden met ‘u’ aangesproken
                           - weinig woorden
                           - korte zinnen
Lay-out:  groot lettertype, duidelijk leesbaar, grote foto van een oudere dame  
Publiek: ouderen die geïnteresseerd zijn in de Ouderen-Ombudsman

Slide 21 - Slide

Dit is het einde van les 2
Wil je verder werken? Neem dan eerst 10 minuten pauze.

Slide 22 - Slide

Start les 3: maak nu opdr. 2 en 3 (p. 164-165)
Nb. jargon=vaktaal

Tip bij opdr. 2, vraag 6:
kijk of je een signaalwoord ziet.

De antwoorden vind je op de 
volgende slides.
timer
30:00

Slide 23 - Slide

Antwoorden opdr. 2 (p. 164)
1 de uitbreiding/groei van de Efteling
2 (internet)artikel
3
steevast (al. 4)= altijd 
soelaas bieden (al. 4)= verlichting geven 
roet in het eten gooien (al. 5)= de boel bederven
naburig (al. 6) = nabijgelegen 
middenstand (al. 6) = groep van kleine winkeliers en ondernemers van kleine bedrijven 
pijnpunten (al. 7) =  knelpunten 

Slide 24 - Slide

Antwoorden opdr. 2 (p. 164)
4 Omdat dit gevolgen heeft voor de werkgelegenheid, in het park en bij de leveranciers en omdat de Efteling Nederlands erfgoed moet blijven.

5 nieuwe attracties,  overnachtingsmogelijkheden / een tweede hotel, bereikbaarheid door een eigen afrit,  uitbreiding van het park 

6 tegenstellend verband (zie: echter)

7 - De nieuwe aanrijroute gaat ten koste van de recreatiemogelijkheden van de omwonenden. 
- Kaatsheuvel zal vanuit Loon op Zand lastiger bereikbaar worden (en dat is nadelig voor de middenstand).

Slide 25 - Slide

Antwoorden opdr. 2 (p. 164)
8 Het doel van de informatiebijeenkomst is uitleg geven over waarom uitbreiding zo belangrijk is en om alle pijnpunten van de omwonenden aan te horen (zodat de Efteling daarmee rekening kan houden).

9 Hij denkt dat de omwonenden geen invloed meer kunnen uitoefenen op de uitbreidingsplannen, omdat de Efteling, de gemeente en de provincie het hierover al eens zijn.
 
10 Nee, omdat alleen de eerste twee alinea’s gaan over het mogelijke gevaar dat de Efteling in handen komt van buitenlandse partijen (waaronder Rusland) wanneer het pretpark niet uitbreidt. De tekst gaat verder over de argumenten van omwonenden tegen de uitbreidingsplannen en dat zie je niet terug in deze titel.


Slide 26 - Slide

Antwoorden opdr. 2 (p. 164)
11 ondernemers, zie bron: www.deondernemer.nl

12 Winkeliers in Kaatsheuvel zullen mogelijk wel last ervaren, omdat mensen uit Loon op Zand eerder gaan winkelen in Tilburg. Andere ondernemers, bijvoorbeeld van bouwbedrijven of leveranciers van bouwmaterialen, kunnen wellicht profiteren van de aanleg van wegen en de uitbreiding van het park.

Slide 27 - Slide

Antwoorden opdr. 3 (p. 165)
1 de vereniging van Natuurmonumenten
2


Slide 28 - Slide

Antwoorden opdr. 3 (p. 165)
3 Bijvoorbeeld:
ambitie (al. 1)= streven naar betere vervulling van een taak
optie (al. 1)= mogelijkheid
vooraanstaande (al. 2)= prominent / belangrijk
realisatie (al. 2)= verwezenlijking / het voor elkaar krijgen
verzoeken (al. 3)=vragen om iets te doen (of te laten)
..............................................

Slide 29 - Slide

Antwoorden opdr. 3 (p. 165)
4 De uitbreiding aan de zuidzijde vormt een bedreiging voor de natuurgebieden.
5 In deze tekst staat de natuur centraal in de argumentatie en niet de economie, zoals in tekst 4.
6 toegevend verband
7 Verdere groei van de Efteling zal in westelijke richting moeten plaatsvinden.


Slide 30 - Slide

0

Slide 31 - Video

Dit is het einde van les 3
Volgende week gaan we verder met het onderdeel "lezen" van H6.

Slide 32 - Slide