3.5 Welvaart en welzijn

3.5 Welvaart en welzijn
3.5 Welvaart en welzijn
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.5 Welvaart en welzijn
3.5 Welvaart en welzijn

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt op verschillende schaalniveaus iets zeggen over de sociale ongelijkheid in Zuid-Amerika.

Slide 2 - Slide

Welvaart en welzijn
(herhaling H1)
Welvaart = Economische term, meten van rijkdom.
Welzijn = In hoeverre mensen ook gelukkig leven.

Welvaart meet je met BBP (bruto binnenlands product).
Welzijn meet je met HDI (human development index) (zover welzijn te meten is).

Getal tussen 0 en 1 (1 is beste).
Een combinatie van het inkomen per hoofd van de bevolking, de levensverwachting en het percentage alfabetisme.

Slide 3 - Slide

Welvaart
Alle landen in Zuid-Amerika zijn qua welvaart en welzijn te rekenen tot 
semiperiferie.

Venezuela staat hier hoger maar Brazilië is stabieler, waarom?

Wat zie je niet in deze cijfers?







Venezuela draait om de olie, Brazilië is meer divers.
Grote sociale en regionale verschillen (ongelijkheid).

Slide 4 - Slide

Sociale ongelijkheid

Sociale ongelijkheid kun je aflezen met behulp van Lorenzcurves.




2012
De armste 80% van de bevolking verdient 60% van het totale inkomen. De rijkste 20% de overige 40% van het inkomen.
2002
De armste 80% van de bevolking verdient 30% van het totale inkomen. De rijkste 20% verdient de overige 70% van het totale inkomen.

Slide 5 - Slide

Sociale ongelijkheid op het platteland
De grote sociale ongelijkheid zie je op het platteland terug in het verschil tussen de typen landbouwbedrijven.

minifundia
latifundia
hacienda

Slide 6 - Slide

Mechanisatie / grote boeren bedrijven (latifundia)
Kleinschalige boeren produceren voor de lokale markt (minifundia)

Slide 7 - Slide

Minifundia
Latifundia
Ontstaan als plantage in de koloniale tijd
Foodcrops
Cashcrops
Strategie: overleven
Kapitaalintensief
Arbeidsintensief
Monocultuur (één gewas)
Klein oppervlak

Slide 8 - Drag question

Sociale ongelijkheid in de stad
Sociale ongelijkheid leidt mogelijk tot sociale polarisatie.
Rijke buurten versus favela’s waar bewoners te maken hebben met geweld tussen politie en drugsbaronnen.

Proces waarbij tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen (bv. raciale verschillen) steeds sterker worden en leiden tot oplopende spanning en onenigheid.

Slide 9 - Slide

Sociale ongelijkheid in de stad
Sociale ongelijkheid leidt tot
ruimtelijke segregatie.


Scheiding van woonwijken in de ruimte op basis van inkomen of etniciteit.

Slide 10 - Slide

De stad blijft maar groeien
Verstedelijking/urbanisatie +
Natuurlijke bevolkingsgroei

Woningtekorten

Zelf (illegaal) bouwen op grond zonder eigendomsrecht, voorzieningen en infrastructuur

Informal cities

Slide 11 - Slide

Zelfbouw in de informal city

Slide 12 - Slide

Acceptatie van de
informal city
Soms zorgt de overheid voor:
  • Infrastructuur
  • OV
  • Voorzieningen

In La Paz (Bolivia) heeft de overheid zelfs een kabelbaan aangelegd tussen het centrum en de buitenwijken.

Slide 13 - Slide

Macht in de stad
Tot voor kort macht in de steden/platteland in handen van de elite via een systeem van
cliëntelisme.


Macht in de stad verandert: Sinds 1990 vrijhandel en sociale doelen.
Elite verleent dienst aan burger/groep mensen in ruil voor politieke steun.

Slide 14 - Slide

Zijn er nog vragen over 3.5?

Slide 15 - Slide