This lesson contains 27 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
3.4 Bevolking:
Vervolg
spreiding, samenstelling en groei
Slide 1 - Slide
Bevolkings-samenstelling
Bevolkingsgroepen
Indianen
Europeanen
Afrikanen (slaven)
Aziaten (contractarbeiders)
Mestiezen
Slide 2 - Slide
Demografische
ontwikkeling
Veel Zuid-Amerikaanse landen in de jaren '70 nog in fase 2, nu vooral in fase 3.
Verklaring voor deze opschuiving?
Stijgende welvaart
Scholing
Verstedelijking
Rol media (vooral soaps) in gezinsplanning
Slide 3 - Slide
Verstedelijking
Wat is het algemene verband tussen de
verstedelijkingsgraad en het verstedelijkingstempo?
Slide 4 - Slide
Verstedelijkings-graad
Zuid-Amerika is het meest verstedelijkte continent ter wereld.
Oorzaken snelle verstedelijking (na 1950). Door mechanisatie:
Uitstoot landbouwarbeiders (platteland)
Opkomst industrie (in de stad)
Slide 5 - Slide
Verstedelijkings-tempo
Gevolgen van deze snelle verstedelijking:
Het ontstaan van megasteden (met favela's).
Toename bevolkingsdichtheid in kustzone, maar na 1980 vlakt dit af.
Na 1980 vooral snelle groei middelgrote steden omdat de megasteden vol raakten.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Wonen in een informal city
Wat is er gezegd over het wonen in een informal city?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Veiligheid in de favela's
Wat is er gezegd over de veiligheid in de favela's?
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Top- down en Bottom-up initiatieven
Wat we net zagen is een voorbeeld van een bottom-up initiatief. Kun je een voorbeeld van een top-down initiatief bedenken?
Slide 12 - Slide
Leerdoelen
Je kunt in hoofdlijnen de bevolkingsspreiding van Zuid-Amerika in het verleden en heden beschrijven en verklaren.
Je kunt de verschillende etnische groepen noemen.
Je weet hoe de verstedelijking in Zuid-Amerika verloopt en kunt het ook verklaren.
Slide 13 - Slide
3.5 Welvaart en welzijn
Leerdoelen
Uitleg
Slide 14 - Slide
Leerdoelen
Je kunt op verschillende schaalniveaus iets zeggen over de sociale ongelijkheid in Zuid-Amerika.
Slide 15 - Slide
Welvaart en welzijn
(herhaling H1)
Welvaart = Economische term, meten van rijkdom.
Welzijn = In hoeverre mensen ook gelukkig leven.
Welvaart meet je met BBP (bruto binnenlands product).
Welzijn meet je met HDI (human development index) (zover welzijn te meten is).
Getal tussen 0 en 1 (1 is beste).
Een combinatie van het inkomen per hoofd van de bevolking, de levensverwachting en het percentage alfabetisme.
Slide 16 - Slide
Welvaart
Alle landen in Zuid-Amerika zijn qua welvaart en welzijn te rekenen tot
semiperiferie.
Venezuela staat hier hoger maar Brazilië is stabieler, waarom?
Wat zie je niet in deze cijfers?
Venezuela draait om de olie, Brazilië is meer divers.
Grote sociale en regionale verschillen (ongelijkheid).
Slide 17 - Slide
Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid kun je aflezen met behulp van Lorenzcurves.
2012
De armste 80% van de bevolking verdient 60% van het totale inkomen. De rijkste 20% de overige 40% van het inkomen.
2002
De armste 80% van de bevolking verdient 30% van het totale inkomen. De rijkste 20% verdient de overige 70% van het totale inkomen.
Slide 18 - Slide
Sociale ongelijkheid op het platteland
De grote sociale ongelijkheid zie je op het platteland terug in het verschil tussen de typen landbouwbedrijven.
minifundia
latifundia
hacienda
Slide 19 - Slide
Minifundia
Latifundia
Ontstaan als plantage in de koloniale tijd
Foodcrops
Cashcrops
Strategie: overleven
Kapitaalintensief
Arbeidsintensief
Monocultuur (één gewas)
Klein oppervlak
Slide 20 - Drag question
Sociale ongelijkheid in de stad
Sociale ongelijkheid leidt mogelijk tot sociale polarisatie.
Rijke buurten versus favela’s waar bewoners te maken hebben met geweld tussen politie en drugsbaronnen.
Proces waarbij tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen (bv. raciale verschillen) steeds sterker worden en leiden tot oplopende spanning en onenigheid.
Slide 21 - Slide
Sociale ongelijkheid in de stad
Sociale ongelijkheid leidt tot
ruimtelijke segregatie.
Scheiding van woonwijken in de ruimte op basis van inkomen of etniciteit.