Uitleg H11 leerdoel 1 en 2











Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel. 

1 / 24
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson











Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel. 

Slide 1 - Slide

Voorkennis

Slide 2 - Slide

Voorkennis

kwadraten
macht
grondtal
exponent
volgorde bij berekeningen 
omtrek
oppervlakte
gelijksoortige termen
stel een formule op

Slide 3 - Slide

Ik kan een formule vereenvoudigen door
 gelijksoortige termen samen te nemen.

Succescriteria
Ik weet wat (gelijksoortige) termen, herleiden en variabelen zijn.
Ik kan formules vereenvoudigen/ herleiden.






Slide 4 - Slide

Je hebt geleerd wat termen en variabelen zijn.


Termen zijn de stukje die je bij elkaar optelt of van elkaar afhaalt.
y = 3 + 4x   -->  3 en 4x zijn de termen van deze som.


Slide 5 - Slide

Je hebt geleerd wat termen en variabelen zijn.


Termen zijn de stukje die je bij elkaar optelt of van elkaar afhaalt.
y = 3 + 4x   -->  3 en 4x zijn de termen van deze som.

Variabelen zijn letter die steeds veranderen (veranderlijke).
y = 3 + 4x  --> x en y zijn de variabelen in deze formule.

Slide 6 - Slide

2     en   3
2     en   -3
2a   en   -3
2a   en   -3a
2a   en   -3b
2b   en   -2b
-2b  en   -3b
-5b  en   -3b
-5b  en   b



Slide 7 - Slide

2     en   3
2     en   -3
2a   en   -3
2a   en   -3a
2a   en   -3b
2b   en   -2b
-2b  en   -3b
-5b  en   -3b
-5b  en   b



2    +  3   = 
2    + -3   = 
2a  + -3   =
2a  + -3a =
2a  + -3b =
2b  + -2b =
-2b  + -3b =
-5b + -3b =
-5b +    b =

Slide 8 - Slide

Je hebt geleerd wat gelijksoortige termen zijn.


Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor. 
g = 3a - 4 - 2a + 6


Slide 9 - Slide

Je hebt geleerd wat gelijksoortige termen zijn.


Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor. 
g = 3a - 4 - 2a + 6
g = a + 2

Slide 10 - Slide

Je hebt geleerd wat gelijksoortige termen zijn.


Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor. 
g = 3a - 4 - 2a + 6
g = a + 2

a = 1•a = 1a
-a = -1•a =-1a
2(x+2) = 2•(x+2)

Slide 11 - Slide

Je hebt geleerd dat je gelijksoortige termen mag je samennemen.



3a + 4a = 7a
6b - 2b = 4b
10c - c= 9c      (10c - 1c =9c)

Onderstaande opgaven kun je niet samennemen.
3a + 7b   
3c + 5     


Slide 12 - Slide

Je hebt geleerd dat je een formule te vereenvoudigen.
k = -8 +4e -2 -3e


Slide 13 - Slide

Je hebt geleerd dat je een formule te vereenvoudigen.
k = -8 +4e -2 -3e
k = -8 +4e -2 -3e 
k = -10 +1e 
k = -10 +e

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven: 



Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen in via de volgende slides.
ondersteunend: 2, 03, 4, 5, 6, 7 
doorlopend: 2, 3, 4, 5, 6, 7 
uitdagend: 2, 3, 5, 6, 7, U1

Slide 15 - Slide

Pauze

Slide 16 - Slide

Ik kan formules korter opschrijven door factoren
met elkaar te vermenigvuldigen.

Succescriteria
Ik weet wat factoren zijn.
Ik kan formules vereenvoudigen/ herleiden.







Slide 17 - Slide

Je hebt eerder geleerd wat factoren en producten zijn.


Factoren 
y = 3 4x   -->  3 en 4x zijn de factoren van deze vermenigvuldiging.


Product
Een product is het het antwoord van een vermenigvuldiging.


Het keerteken (x) kun je vervangen door een vermenigvuldigingspunt (•).

Slide 18 - Slide

Korter opschrijven van een formule
Stappenplan formule met factoren korter opschrijven

Stap 1   Getallen vermenigvuldigen
Stap 2   Letter op alfabetische volgorde
Stap 3   Laat de vermenigvuldigingspunt(en) weg.

Slide 19 - Slide

Stappenplan



Stap 1 Getallen vermenigvuldigen
Stap 2 Letter op alfabetische volgorde
Stap 3 Laat de vermenigvuldigingspunt weg.
Voorbeeld

y = 4x • 3
y = 4 • x • 3
y = 4 • 3 • x
y = 12 • x
y = 12x

Je hoeft niet alle tussenstappen op te schrijven, noteer minimaal dit.
y = 4x • 3 = 12x

Slide 20 - Slide

Stappenplan



Stap 1 Getallen vermenigvuldigen
Stap 2 Letter op alfabetische volgorde
Stap 3 Laat de vermenigvuldigingspunt weg.
Voorbeeld

y = 6 • x • 9x

Slide 21 - Slide

Stappenplan



Stap 1 Getallen vermenigvuldigen
Stap 2 Letter op alfabetische volgorde
Stap 3 Laat de vermenigvuldigingspunt weg.
Voorbeeld

y = 6 • x • 9x
y = 6 • x • 9 • x
y = 6 • 9 • x • x
y = 54 • x • x
y = 54x²


Je hoeft niet alle tussenstappen op te schrijven, noteer minimaal dit.
y = 6 • x • 9x = 54x²

Slide 22 - Slide

Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven: 



Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen in via de volgende slides.
ondersteunend: 2, 03, 4, 5, 6, 7 
doorlopend: 2, 3, 4, 5, 6, 7 
uitdagend: 2, 3, 5, 6, 7, U1

ondersteunend: 8, 9, 10, 11, 012, 13, 14
doorlopend: 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14
uitdagend: 9, 10, 12efgh, 13efgh, 14, U2, U3

Slide 23 - Slide

Bedankt voor vandaag!
Ga thuis verder met 
de gemengde opgaven.

Slide 24 - Slide