1. Introductie

Español A1/A2 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Español A1/A2 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

In  zicht = uit  zicht

In sight = outside
En la vista = hasta la vista

Slide 4 - Slide

'Jamaar'

Slide 5 - Slide

Welkom bij de eerste les Spaans!
Wat gaan we vandaag doen?

- Inloggen op LessonUp
- Inloggen op Quizlet
- Introductie Spaans

Slide 6 - Slide

LessonUp
- Om lessen terug te kijken
- Om toetsen te maken

Slide 7 - Slide

LessonUp
1. Registreer je met je e-mail
https://LessonUp.app/invite/group/wfion
2. Vul de klassencode in (bij: code invoeren)
Klassencode: wfion




Slide 8 - Slide

Inloggen Quizlet:
1. Ga naar Quizlet en meld je aan

2. Klik daarna op onderstaande link en druk dan op:
'Tot de klas toetreden'
https://quizlet.com/join/S4TY4yewD


Slide 9 - Slide

El libro:
SPA A1/A2
Spaans A1/A2-niveau voor generiek

Slide 10 - Slide

Wat weet je al van het Spaans?

Slide 11 - Slide

In hoeveel landen ter wereld is Spaans de officiële taal?
A
23
B
21
C
18

Slide 12 - Quiz

Hoeveel mensen ter wereld spreken Spaans?
A
250-275 miljoen mensen
B
390-400 miljoen mensen
C
575-580 miljoen mensen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide


Allemaal, behalve:
Brazilië (Portugees)
Madeira (Portugees)
Belize (Engels)
Andorra (Catalaans)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

La pronunciacion
¿Qué significa?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Grootste verschillen:
C  voor de e/i = spreek je uit als een 's'
C voor de a/o/u = spreek je uit als een 'k'
H = spreek je niet uit
J = spreek je uit als een 'g'
LL = spreek je uit als een 'j'
V = spreek je uit als een 'b'

Slide 19 - Slide

¡Practicamos!
Barcelona es la capital de Cataluña
Vicente vive en Valencia
Juan es el hermano de Javier
El aeropuerto está cerca del centro
El perro de Ricardo se llama Bruno
¿Cuántos años tienes?
Carlota está de vacaciones en México

Slide 20 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden

Ik, jij, hij, zij, wij, jullie, zij

Slide 21 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
Ik              (EV - 1ste)
Yo
Jij              (EV - 2de)
Hij/zij/u    (EV - 3de)
Él/ella/usted
Wij          (MV - 1ste)
Nosotros/nosotras
Jullie      (MV - 2de)
Vosotros/vosotras
Zij (mv)   (MV - 3de)
Ellos/ellas/ustedes

Slide 22 - Slide

Ik =
A
B
Yo
C
Ella
D
Nosotros

Slide 23 - Quiz

Wij =
A
Nosotros
B
Ellos
C
Vosotros
D
Él

Slide 24 - Quiz

Hij =
A
Ella
B
C
Yo
D
Él

Slide 25 - Quiz

Ana y yo =
A
Ellos
B
Nosotros
C
Vosotros
D
Ustedes

Slide 26 - Quiz

María, Ana y Carmen =
A
Ellos
B
Nosotros
C
Ellas
D
Nosotras

Slide 27 - Quiz

Carlos y tú =
A
Vosotros
B
Nosotros
C
Ellos
D
Ustedes

Slide 28 - Quiz

Los deberes:
- bestuderen deze LessonUp
- leren Quizlet 'Set 1: begroeten en voorstellen'
- kijken/bestuderen video 'begroeten' en video 'uitspraak'
op de volgende 2 sheets

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video