Les 3 - Herhaling (les 1 & 2)

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H3 - Scheidingsmethoden

- Pak je laptop

- Pak je werkboekje

- Pak een pen

Planning

• Huiswerk

• Herhaling vorige lessen

• Aan de slag

Wat is een zuivere stof?

1. Een stof die bestaat uit meerdere soorten stoffen / meerdere soorten moleculen.
2. Een stof die bestaat uit 1 soort stof / 1 soort molecuul.

Dit is een......?

1. Zuivere stof
2. Mengsel

Dit is een......?

1. Zuivere stof
2. Mengsel

Zuivere stof of mengsel?

1. a: mengsel b: zuivere stof c: mengsel
2. a: zuivere stof b: zuivere stof c: mengsel
3. a: mengsel b: mengsel c: mengsel
4. a: zuivere stof b: zuivere stof c: zuivere stof

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?

1. Zuivere stof
2. Oplossing
3. Mengsel
4. Suspensie

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?

1. Zuivere stof
2. Oplossing
3. Mengsel
4. Suspensie

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?

1. Zuivere stof
2. Oplossing
3. Mengsel
4. Suspensie

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?

1. Oplossing
2. Suspensie
3. Emulsie

Mengsels kun je scheiden

1. Juist
2. Onjuist

Bij scheiden gaan de moleculen kapot

1. waar
2. niet waar

Een mengsel kan je scheiden doordat:

1. De stoffen een andere fase hebben
2. De stoffen gemengd zijn
3. Er een verschil is in stofeigenschappen
4. Stoffen in een mengsel anders reageren

Welke twee scheiding methoden kun je gebruiken om een suspensie te scheiden.

1. Adsorberen en Bezinken
2. Bezinken en adsorberen
3. Filtreren en adsorberen
4. Bezinken en filtreren

Een suspensie kun je scheiden door

1. indampen
2. extraheren/ extractie
3. filtreren
4. destilleren

Wat is filtreren?

1. een opgeloste stof en een vloeistof van elkaar te scheiden.
2. een vaste stof en een vloeistof van elkaar te scheiden.
3. twee vaste stoffen van elkaar te scheiden.
4. twee vloeistoffen van elkaar te scheiden.

Waar staat de juiste omschrijving

1. A = filter B= filtraat C = residu
2. A = filtraat B = filter C = residu
3. A = filter B = residu C = filtraat
4. A = filtraat B = residu C = filter

Wat is bij koffie zetten het filtraat en wat is het residu?

1. Residu: 'koffieprut' Filtraat: koffie
2. Residu: koffie Filtraat: 'koffieprut'
3. Residu: koffiepoeder Filtraat: koffie
4. Residu: 'koffieprut' Filtraat: koffiepoeder

Op welke eigenschap berust bezinken?

1. Deeltjesgrootte
2. Aanhechtingsvermogen
3. Oplossingsvermogen
4. Dichtheid

Een oplossing kun je niet...

1. ... filtreren.
2. ... bezinken.
3. ... destilleren.
4. ... indampen

Bij welke 2 scheidingsmethoden maak je gebruik van verschillende kookpunten?

1. destilleren & adsorberen
2. indampen & filtreren
3. destilleren & indampen
4. filtreren & bezinken

Hoe heet de stof die achterblijft bij indampen?

1. Filtraat
2. Destilaat
3. Residu
4. Oplosmiddel

Destillaat

Residu

Koeler

Filtreren

Bezinken

Indampen

Destilleren

Aan de slag 

Nu: 

• Doorlezen Learnbeat  §3.1 + 3.2 
• Maken §3.1 + 3.2  (alle opdrachten)

•