Nederlands 2TAB

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1,2

Nederlands 

2TAB

Wat gaan we doen vandaag?

- 10 minuten lezen  

- Lesstof herhalen: lidwoorden, werkwoorden, zelfstandig naamwoorden
- Uitleg: paragraaf 3

- Aan de slag
- Tijd over: Blooket

 

Aan het eind van de les: 
- Is de kennis van jaar 1 opgefrist 
- Weet je wat voegwoorden zijn

De kat krabt de krullen van de trap.
Krabt is een werkwoord.

1. Waar
2. Niet waar

De kat krabt de krullen van de trap. Hoeveel zelfstandig naamwoorden staan in de zin?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

De wolf heeft Roodkapje in het bos geslagen. Hoeveel werkwoorden staan er in de zin?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Noem zo veel mogelijk bijvoeglijk naamwoorden met een zelfstandig naamwoord.

Wat zijn voorzetsels?

1. De, het, een
2. Op, voor, achter, naast

Wat zijn voorzetsels?

1. de, het, een
2. in, voor, achter
3. raam, deur, wand
4. voorlezen, voorspellen, voorzeggen

Wie vindt dit moeilijk?

1. Ja
2. Een beetje
3. Nee

Voegwoorden

Benthe en Daan fietsen samen naar huis, omdat ze in dezelfde straat wonen.

In deze zin zijn de woorden en en omdat voegwoorden.

Voegwoorden verbinden:
- Twee woorden: Appels of peren
- Twee woordgroepen: Blije winnaar en verdrietige verliezer
- Twee zinnen: Ik kan niet fietsen, want mijn band is lek.

voorbeelden van voegwoorden
of, terwijl, zodat, nadat, als, toen, want, maar en dus

Aan de slag

Paragraaf 3 online maken 

Magister -> boek -> cursus grammatica -> paragraaf 3

Volgende les heb je dit af:

Grammatica Paragraaf 3: online

Dit heb je bij je: 
- Lesboek
- Leesboek