AK V6 Domein WERELD herhaling

Programma vandaag
- Afmaken examenvragen LA en Washington
- Nabespreken examenvragen
- Herhalingsquiz domein Wereld
- Programma maken voor laatste 3 lessen periode
- Storymap Demografische transitie in de wereld
1 / 43
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Programma vandaag
- Afmaken examenvragen LA en Washington
- Nabespreken examenvragen
- Herhalingsquiz domein Wereld
- Programma maken voor laatste 3 lessen periode
- Storymap Demografische transitie in de wereld

Slide 1 - Slide

GLOBALISERING HERH

Slide 2 - Slide

De EU-landen zijn bij elkaar gekomen om te overleggen over klimaatveranderingen.
Hier is vooral sprake van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering

Slide 3 - Quiz

De volgende zinnen gaan over globalisering. Welke is juist?
A
Door globalisering wordt de handel met het buitenland steeds lastiger.
B
Internet heeft het proces van globalisering versneld.
C
Nu we te maken hebben met globalisering wordt de hele wereld een vrijhandelszone.
D
Steeds minder producten of ingrediënten komen uit het buitenland.

Slide 4 - Quiz

Noord-Korea wil niet met andere leiders over kernwapens praten, wat voor soort globalisering hoort hierbij?
A
Economische globalisering
B
Politieke globalisering
C
Culturele globalisering

Slide 5 - Quiz

Welk begrip is niet demografisch?
A
Bevolkingsspreiding
B
Verstedelijkingsgraad
C
Geboortecijfer
D
Analfabetisme

Slide 6 - Quiz

Hiernaast zie je het demografisch transitiemodel van China.
Welke lijn geeft het geboortecijfer weer?
A
Geel
B
Groen
C
Rood

Slide 7 - Quiz

In welke fase van het demografisch transitie model zit de bevolkingsdiagram van Indonesië?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 8 - Quiz

De verdeling van de beroepsbevolking laat zien wat het ontwikkelingspeil van een land is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Regionale ongelijkheid kom je vooral tegen in
A
rijke landen
B
industrialiserende en globaliserende landen
C
arme landen
D
landen zonder veel globalisering

Slide 10 - Quiz

Hoe noemen we de verschuiving van het economisch zwaartepunt in de wereld naar Oost- en Zuidoost- Azië
A
Globalisering
B
Global shift
C
Wereldeconomie
D
Ik weet het niet

Slide 11 - Quiz

Centrum
Semi-periferie
Periferie

Japan
BRIC
Lage productiviteit
Laag BNP per hoofd
Politieke macht
Hoofdkantoren MNO
Hoofdkantoren MNO
Verouderde en moderne technologie
Sterk groeiende eigen markt
Hoge arbeidsproductiviteit
Gevaar ruilvoetverslechtering
Eenzijdige handel
Hoge industrialisatiegraad

Slide 12 - Drag question

Zet de hegenominale staten op volgorde:
Vroeger- nu
1
2
3
Verenigde staten
Spanje & Portugal
Groot- Brittannië

Slide 13 - Drag question

Uit welke landen bestaat de Triade?
A
Japan, China & VS
B
VS, China & Europa
C
Japan, Europa & VS
D
China, Zuid-Korea & Brazilië

Slide 14 - Quiz

opkomend land
Globalisering
dienstensector
braindrain
remittances
een land dat een snelle economische groei doormaakt
Geldzendingen van migranten naar het land van herkomst
Het proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie
Ook wel de tertiaire sector genoemd. bijv. winkeliers, kappers, advocaat
het vertrek van goedopgeleide mensen naar het buiteland

Slide 15 - Drag question

De laatste decennia zijn er steeds meer kapitaalstromen tussen (semi)-perifere landen. Dit noem je
A
noord-zuid investeringen
B
zuid-zuid investeringen
C
Oost-zuid investeringen
D
West-zuid investeringen

Slide 16 - Quiz

Welke indicator hoor niet bij de vn-ontwikkelingsindex?
A
Analfabetisme
B
BBP per hoofd
C
Onderwijs
D
armoede

Slide 17 - Quiz

megastad
wereldstad
verstedelijkingstempo
mechanisering
verstedelijking
suburbanisatie
Lagos, meer dan 10 miljoen inwoners
Londen
Proces waarbij het aandeel van de stadsbevolking stijgt
Door dit proces in de landbouw nam de verstedelijkingsgraad in westerse landen snel toe
Jaarlijks neemt de stadsbevolking in dit land met wel 4% toe
Remt verdere stedelijke groei van de centrale steden in de centrumlanden na 1960

Slide 18 - Drag question

Wat is de belangrijkste reden dat Tsjechië interessant is voor investeringen en bedrijven uit Taiwan en China om zich te vestigen?
A
Hoog ontwikkelde bevolking
B
Maakt deel uit van de EU
C
Lage lonen
D
Grote afzetmarkt

Slide 19 - Quiz

Duitsland is een centrumland.
In Duitsland werken relatief veel mensen in de industriesector
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Het gemiddelde inkomen in Egypte nam toe, maar hierdoor nam ook de........ toe
A
Arbeidsproductiviteit
B
Kapitaalinvesteringen
C
Armoede
D
Inkomensongelijkheid

Slide 21 - Quiz

Waarom staat de stadsplanning en de voorzieningen onder druk in Caïro?
A
Door de toeristen
B
Door politieke spanningen
C
Door de migratie naar de stad
D
Door de bevolkingsgroei

Slide 22 - Quiz

Onder invloed van de lingua franca worden inheemse talen versterkt.



















































Onder invloed van de lingua franca worden inheemse talen versterkt


A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Wat betekent de urbanisatiegraad?
A
De snelheid waarmee mensen naar de stad verhuizen.
B
Het percentage stedelingen in een land.
C
Stijging van het percentage mensen dat in een stad woont.

Slide 24 - Quiz

Welke landen voeren met name geopolitiek in Zuid-Amerika?
A
VS, Iran, West Europa
B
China, VS, Rusland
C
VS, Iran, Japan
D
China, VS, West Europa

Slide 25 - Quiz

Het uitoefenen van macht door een land door gebruik te maken van zijn ligging noem je......
A
global shift
B
politiek systeem
C
geopolitiek
D
mainport

Slide 26 - Quiz

Belangrijk proces achter de homogenisering van de wereldcultuur

Effect van hetrogenisering

Hierdoor groeit de wereldhandel sneller dan de productie

Hierdoor verandert het klassieke wereldsysteem

Reactie op het uiteenvallen van de bipolaire wereldorde na 1990

Reactie op globalisering
Blokvorming
Opdeling van de productieketen
Opkomst regionalisme
Amerikanisering
Vorming transnationale netwerken
Vorming nieuwe internationale arbeidsverdeling

Slide 27 - Drag question

Centrumland
Semiperiferie land
Periferie land
China
Canada
Rusland
Madagaskar
Spanje
Ethiopië

Slide 28 - Drag question

Indicator(en) om welzijn te meten
Indicator(en) om welvaart te meten
Deze indicator(en) horen bij demografie
Deze kenmerken horen bij de sociaal-culturele dimensie
Taal
Religie
VN-welzijnsindex / HDI
BNP per hoofd
Samenstelling van de beroepsbevolking
Mate van analfabetisme
Geboortecijfer in ‰
Mate van vergrij-zing

Slide 29 - Drag question

Een grote luchthaven
een kleinere luchthaven
knooppunt tussen werelddelen
Bedrijf met vestigingen over de hele wereld
hub
spoke
mainport
multi-national

Slide 30 - Drag question

Kosmopolitisme
Metropool
Hub en spokenetwerk
Creatieve stad 
Wereldstad waarin alle stedelijke functies vertegenwoordigd zijn en die een belangrijke functie vervult voor een uitgetrekt gebied of land. 
Stad met relatief sterke vertegenwoordiging van de creatieve sector. 
Het gevoel van verbondenheid met de mensheid in het algemeen (meer dan je nationale/regionale identiteit) 
Samenhangend geheel van verkeers- en communciatieknooppunten en verbindingen. 

Slide 31 - Drag question

Als je de dimensies Economie, Cultuur en Politiek moest verdelen over de drie steden. Hoe zou je ze dan verdelen? 
Washington
Los Angeles
New York
Economie
Politiek
Cultuur

Slide 32 - Drag question

Met welk begrip wordt een stedelijk gebied met meerdere metropolen aangeduid?
Bijv. BosWash 
A
Megastad
B
Metropool
C
Megalopolis
D
Global city

Slide 33 - Quiz

Wie zijn de Hispanics?
A
Mensen uit Latijns-Amerika
B
Mensen uit Spanje
C
Mensen uit Mexico
D
Mensen uit Portugal

Slide 34 - Quiz

Tot WOII kwamen de meeste migranten die naar de VS gingen uit:
A
Latijns-Amerika
B
Azië
C
Noord- en West-Europa
D
Oost- en Zuid-Europa

Slide 35 - Quiz

Na de WOII kwamen de meeste migranten die naar de VS gingen uit:
A
Latijns-Amerika
B
Azië
C
Noord- en West-Europa
D
Oost- en Zuid-Europa

Slide 36 - Quiz

Wat is een suburb?
A
CBD
B
De centrale stad
C
een woonwijk die grenst aan het centrum
D
een woonwijk of buitenwijk aan de rand van de stad

Slide 37 - Quiz

A. Er wordt meer gewerkt dan gewoond
B. Ruim opgezet
C. Vooral gericht op autogebruik
D. In de directe nabijheid van etnische wijken
E. Veel bedrijven die hoogwaardige diensten leveren
F. In de omliggende wijken vindt gentrification plaats

G. hoogste grondprijzen van de stad
CBD
Edge city
Allebei
A
B
C
D
E
F
G

Slide 38 - Drag question

Gentrificatie is......
A
het bouwen van nieuwe woonwijken
B
het opknappen van oude woonwijken

Slide 39 - Quiz

Wat zijn voordelen van gentrifcatie?
A
Leefbaarheid neemt af en de criminaliteit neemt toe
B
Leefbaarheid neemt toe en de huizen worden opgeknapt.
C
Segregatie neemt toe en de leefbaarheid ook
D
Rijke bewoners worden gedwongen te verhuizen samen met hun problemen

Slide 40 - Quiz

Een nadeel van gentrifactie is
A
dat de huizen te duur worden voor de oorspronkelijke bewoners
B
dat de wijk erg achteruitgaat en woningen vervallen
C
dat de segregatie steeds verder toeneemt

Slide 41 - Quiz

Wat is urban sprawl?
A
Groei van etnische wijken in de stad
B
enorme verspreiding van voorsteden over het omringende platteland
C
Groei van de centrale stad (stad weer in trek)
D
De afname van de leefbaarheid in de stad

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Slide