Hoofdstuk 2 Grammatica woordsoorten (les 2 ma)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek;
  • je leesboek;
  • je etui;
  • je schrift.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek;
  • je leesboek;
  • je etui;
  • je schrift.

Slide 1 - Slide

Planning
  • Stil lezen
  • Woordsoorten: weet je het nog?
  • Uitleg sterke werkwoorden en meervoud zn
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Slide

timer
7:00
Geen leesvoer mee? Lees het verhaal op p. 72 of p. 75.

Slide 3 - Slide

Grammatica woordsoorten 2.8
  • Woorden van een zin verdelen in woordsoorten.
  • Je benoemt elk woord afzonderlijk/apart.
  • Je kent de woordsoorten: lw, bn, zn, ww en vz.

Doel: een zin (geheel) benoemen in woordsoorten.

Slide 4 - Slide

Benoem alle woorden:
Uit recent onderzoek blijkt: vrienden helpen bij een langer leven.

Slide 5 - Open question

2.9 Spelling: leerdoelen
  • Je kunt de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd goed schrijven.
  •  Je kunt het meervoud van zelfstandige naamwoorden goed schrijven.
  • Je kunt twintig (nieuwe) dicteewoorden goed schrijven.

Slide 6 - Slide

Sterke werkwoorden
  • De klank verandert in de verleden tijd. 
  • Ze heten daarom ook wel klankveranderende werkwoorden.
  • Je schrijft de persoonsvorm verleden tijd precies zoals je het hoort.
  • Er zijn dus geen regels, je moet dit weten.
  • Hoe leer je dat dan?

Slide 7 - Slide

Meervoud zelfstandig naamwoord
Wat zet je achter een zelfstandig naamwoord 
om hier meervoud van te maken?

Overleg in tweetallen. 
Schrijf op welke vormen je kent.
Verzin een voorbeeld bij elke vorm.
In de volgende slide vul je dit in.
timer
3:00

Slide 8 - Slide

Vul in wat je weet over meervoudsvormen.

Slide 9 - Open question

Meervoudsvormen
Meervoud op -en
Ruit - ruiten
Meervoud op -s
Drempel -drempels
Meervoud op 's
Opa - opa's

Enkele klinker, maar lange klank.
Bij  a, o, u, i of y.
Meervoud op -s
Shampoo - Shampoos
Café - cafés

Lange klank door meerdere klinkers of accent.
Op -e?
Garage - garages
Giraffe - giraffes

Slide 10 - Slide

Werkmoment
  • Maak van 2.9 Spelling de volgende opdrachten: 1, 3 t/m 10, 12. Test Jezelf.
  • Deze zijn komende donderdag aan het einde van de les af.
  • Heb je een foutje gemaakt? Zoek uit waarom! Dat is studeren.
  • Je maakt deze digitaal.
  • Je mag zachtjes overleggen.
  • Je mag muziek luisteren.  
  • Ik loop rond voor vragen.

Slide 11 - Slide

Afsluiting
  • Dinsdag gaan we verder met deze opdrachten. 

Slide 12 - Slide