Proeftoets PD VWO

Ben je er klaar voor?
😒🙁😐🙂😃
1 / 20
next
Slide 1: Poll
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Ben je er klaar voor?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Democratie
Dictatuur
Censuur
Oppositiepartijen
Verkiezingsfraude
Grondrechten

Slide 2 - Drag question

Wat is een ideologie?
A
Regels over het naleven van de trias politica
B
Ideeën over welke burgers het meeste macht moeten hebben
C
Ideeën over de gewenste inrichting van de samenleving
D
Alle standpunten van een politieke partij

Slide 3 - Quiz

Progressief
Conservatief
De bouw van windmolenparken moet zo snel mogelijk gestopt worden. 
Als mensen vinden dat het leven voltooid is, moet de overheid ze helpen bij zelfdoding.
Bij de polite moet minimaal 10% van de agenten een migratieachtergrond hebben.
Het huwelijk moet iets blijven tussen de man en de vrouw. 

Slide 4 - Drag question

Welke waarde vinden sociaaldemocraten belangrijk?
A
Gelijkheid
B
Eenheid
C
Naastenliefde
D
Vrijheid

Slide 5 - Quiz

Welke waarde vinden liberalen belangrijk?
A
Solidariteit
B
Eenheid
C
Naastenliefde
D
Vrijheid

Slide 6 - Quiz

Wat is GEEN belangrijke politieke stroming in Nederland?
A
Sociaaldemocratie
B
Communisme
C
Liberalisme
D
Conservatisme

Slide 7 - Quiz

Zet de juiste partijen bij de juiste uitspraak. 
Belastingen moeten zo laag mogelijk blijven.
Abortusrechten moeten worden beperkt.
De invloed van de islam moet ver worden teruggedrongen.
Minimumloon moet verhoogd worden.
De overheid moet meer doen aan dierenwelzijn. 
Nederland moet uit de EU stappen.
VVD
Forum voor Democratie
Partij voor de Dieren
PvdA
PVV
CU

Slide 8 - Drag question

Bij verkiezingen wordt het totaal aantal stemmen gedeeld door het totaal aantal zetels. Dit noemen we de:

Slide 9 - Open question

Wat betekent "mediacratie"?
A
Media heeft invloed op de verkiezingen
B
Media bepalen wie er in het kabinet komen
C
Media heeft invloed op functioneren van Tweede Kamerleden
D
Media bepalen welke partijen meedoen aan de verkiezingen

Slide 10 - Quiz

Wat voor soort kiesstelsel kennen wij in Nederland?
A
Districtenstelsel
B
Stelsel van evenredige vertegenwoordiging
C
Meerderheidsstelsel
D
Leenstelsel

Slide 11 - Quiz

Het kabinet wordt demissionair of de kabinetsperiode loopt af, er komen verkiezingen. 
Er komt een informateur die gaat kijken naar de opties voor samenwerking, ofwel de coalitie. 
Er is een coalitie gevormd en er komt een regeerakkoord waar de belangrijkste plannen in staan. 
Het kabinet wordt geïnstalleerd  en ze beginnen met een debat over het regeerakkoord. 
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4

Slide 12 - Drag question

Recht van Motie
Recht van Amendement
Recht van Initiatief
Recht van Interpellatie

Slide 13 - Drag question

Wie zit er niet in het kabinet:
de koning, de ministers, of de staatssecretarissen?

Slide 14 - Open question

Als er in de gemeenteraad wordt gesproken over uitbreiding van het lokale sportpark. In welke fase van het model van politieke besluitvorming zit je dan?
A
Fase Invoer
B
Fase Omzetting
C
Fase Uitvoer
D
Fase Terugkoppeling

Slide 15 - Quiz

Platform functie
Informatieve functie
Controlerende functie
Commentaar functie

Slide 16 - Drag question

GEMEENTELIJK
LANDELIJK
PROVINCIAAL
Volksvertegenwoordiging
Dagelijks bestuur
Voorzitter
Volksvertegenwoordiging
Dagelijks bestuur
Voorzitter
Volksvertegenwoordiging
Dagelijks bestuur
Voorzitter
Burgermeester
Gedeputeerde Staten
Tweede Kamer
Provinciale Staten
Kabinet
Minister-president
Commissaris vd Koning
College B & W
Gemeenteraad

Slide 17 - Drag question

Wat houdt soevereiniteit in?
A
Lagere overheden nemen taken van hogere overheden op zich
B
Lage overheden leggen verantwoording af aan een centrale overheid
C
Regels en wetten zijn altijd tijdelijk
D
Een land mag eigen regels en wetten bepalen

Slide 18 - Quiz

Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht
Europees Hof
Europees Parlement
Raad van Ministers
Europese Commissie

Slide 19 - Drag question

Het dilemma van de democratie gaat om:
A
Efficient besturen vs verminderen overheidstaken
B
Maximale participatie van burgers vs efficient besturen
C
Individuele vrijheid vs maximale participatie van burgers
D
Verminderen overheidstaken vs maximale participatie van burgers

Slide 20 - Quiz