Les 1 Spanning en sensatie

Perron 1
Les 1
Spanning en sensatie

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Perron 1
Les 1
Spanning en sensatie

Slide 1 - Slide

Lees je wel eens een boek?

Slide 2 - Slide

Detectives en thrillers

Slide 3 - Mind map

Doel van de les💡
Je weet wat fictie en non-fictie betekent.
Je weet wat een thriller is.
Je weet wat een detective is.
Je leest fragmenten uit spannende boeken.
Je woordenschat wordt vergroot.
Het oefenen van begrijpend lezen.

Slide 4 - Slide

Fictie

Betekenis: alles wat verzonnen is. Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert, heeft het verhaal zelf bedacht.


Geschreven om je te vermaken.


Voorbeelden:

Leesboek, stripverhaal, musical/toneelstukken en gedichten.

Slide 5 - Slide

Non-fictie

Betekenis: alles wat niet  verzonnen  is. Teksten over de werkelijkheid. Wat er staat, is echt gebeurd en geeft informatie.


Het is geschreven om je te informeren of instrueren.


Voorbeelden:

Nieuwsbericht, schoolboeken, kookboeken en een handleiding

Slide 6 - Slide

Fictie en non-fictie

Slide 7 - Slide

Wat is fictie?
A
Een roman
B
Een recept
C
Een krantenbericht
D
Een gebruiksaanwijzing

Slide 8 - Quiz

Wat is non-fictie?
A
Een roman
B
Een stripverhaal
C
Een krantenbericht
D
Een detective

Slide 9 - Quiz

Detective
In een detective verhaal (fictie), wordt een misdaad
opgelost. Mensen lezen het graag omdat ze er achter willen komen wie de misdaad heeft gepleegd. Het is soms net een puzzel. De schrijver geeft steeds een paar stukjes van de oplossing. 

Slide 10 - Slide

Thriller
Een thriller is een spannend verhaal. Een thriller is geen detective. Bij een thriller draait het puur om de spanning. De schrijver probeert dat door alles leuk en levensecht te beschrijven. Soms heeft een thriller bovennatuurlijke kenmerken.

Slide 11 - Slide







Samen maken we opdracht 1 en 2.
Lees 'De aanval' maak zelfstandig opdracht 3,4,5 en 6.
Lees 'Telefoon' maak zelfstandig opdracht 7.
Ben je klaar? Pak je leesboek.
Verwerking🖊

Slide 12 - Slide