Les 2 Spanning en sensatie

Perron 1
Les 2
Spanning en sensatie

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Perron 1
Les 2
Spanning en sensatie

Slide 1 - Slide

Terugblik👀
Wat kun je vertellen over:
* Fictie en non-fictie
* Detectives
* Thrillers

Slide 2 - Slide

Wat is het meest spannendste boek dat je ooit hebt gelezen?

Slide 3 - Slide

Doel van de les💡
Je weet hoe een schrijver het boek spannend maakt.
Je kent de begrippen, cliffhanger, flashback, flashforward, chronologische volgorde, tijdversnelling, tijdvertraging.
Je leest fragmenten uit spannende boeken.
Je woordenschat wordt vergroot.
Het oefenen van begrijpend lezen.

Slide 4 - Slide

Spanning


Er zijn verschillende manieren om een boek spannend te maken.
- Door vragen te stellen.
- De woordkeuze
- Een spannende omgeving, gebeurtenis of geluid omschrijven.
- Cliffhanger, op een spannend stuk stoppen.
- Tijd (uitleg volgt)

Slide 5 - Slide

Bepaalde woorden kunnen
spanning aangeven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Een cliffhanger is een saai stuk in de tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Spanning is belangrijk in thrillers en detectives.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Om een verhaal spannend te krijgen kan de schrijver enge geluiden beschrijven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Tijd

Om voor spanning te zorgen kan de schrijver spelen met tijd.

- Chronologische volgorde -> gebeurtenissen in         volgorde zoals ze hebben    plaatsgevonden.
- Flashback -> De schrijver laat je een kijkje nemen in het verleden.
- Flashforward -> De schrijver laat je in de toekomst kijken, dit is vaak maar een korte zin.
- Tijdversnelling -> De schrijver slaat stukjes tijd over. Alle minuten beschrijven zou saai worden.
- Tijdvertraging -> Een kort moment wordt uitgebreid beschreven. De schrijver stelt het spannende uit en de lezer wordt nog nieuwsgieriger.

Slide 10 - Slide

Een tijdversnelling maakt een verhaal spannend.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Bij een tijdversnelling slaat de schrijver een stukje over.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Tijdvertraging komt vaak voor bij detectives en thrillers.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz







Lees 'Vluchten' maak zelfstandig opdracht 9,10 en 11.
Lees 'Politieonderzoek' maak zelfstandig opdracht 12, 13, 14, 16
Ben je klaar? Pak je leesboek.
Verwerking🖊

Slide 14 - Slide