2Ha - spelling les 3

Nederlands 
Welkom 2Ha!

Pak Nieuw Nederlands.

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 
Welkom 2Ha!

Pak Nieuw Nederlands.

Slide 1 - Slide

Vandaag
Verder met spelling H1

Toets: 11 november
Gaat over: Woordenschat H1 + H2
Spelling H1  t/m H3

Slide 2 - Slide

Wat staat er op de planning?

Slide 3 - Slide

Leestekens
. ! ?
, ; :

Slide 4 - Slide

Bespreken huiswerk
Eerst: controle 

Slide 5 - Slide

Opdracht 2
1 Na schooltijd kan Bram doen wat hij graag wil: voetballen met zijn vrienden en daarna gamen.
2 De heer Van Bergen woont vlak bij zijn werk, maar hij pakt altijd de auto.
3 Zou je dit verslag vrijdag aanstaande willen inleveren bij Anja de Graeff?
4 Dat je je kamer nog steeds niet opgeruimd hebt, is ronduit schandalig.
5 De Franse delicatessenwinkel verkoopt de volgende producten: olijfolie, stokbrood, paté en droge worsten.
6 Nog altijd is de buurtwinkel populair: hij biedt producten aan voor een lage prijs.

Slide 6 - Slide

Opdracht 3
1 Het pasgeboren baby’tje droeg een klein zilveren kettinkje.
2 De coach vond het fascinerend hoe de spelers het conflict zelf oplosten.
3 De student filosofie moet een artikel over ethiek schrijven, maar hij heeft de neiging om het steeds uit te stellen.
4 Je moet tijdens de pauze niet gaan roddelen om een amicale indruk te maken.
5 Het medisch experiment mislukte en ruïneerde Maria’s sportcarrière.
6 Zagen jullie gisteren ook die Engelse documentaire over de vulkaanuitbarsting?

Slide 7 - Slide

Spelling H1 - deel 2
De gebiedende wijs 

Slide 8 - Slide

Lees de zinnen a tot en met d. Vergelijk de zinnen a en b met de zinnen c en d. Welke verschillen zie je?
a Niemand klapt voor de stuntelige artiest.

b De schoenmaker poetst de doffe schoenen.

c Gooi die troep nu toch eens weg! 

d Laat het er niet bij zitten!













Slide 9 - Slide

Gebiedende wijs
De gebiedende wijs staat in zinnen met een bevel.

 De gebiedende wijs is hetzelfde als de ik-vorm van het werkwoord en die staat op de eerste plaats in de zin.

Slide 10 - Slide

Voorbeelden
Zit eens stil.
Loop eens door.
Bied je excuses aan!​

Slide 11 - Slide

Zo schrijf je de gw
- ik-vorm tt (ook als je je richt tot meer mensen)





Slide 12 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 1 op bladzijde 36. Deze bespreken we zo klassikaal.

Klaar? Ga dan verder met opdracht 2,3 en 4.

Weet je even niet meer hoe het zit? Kijk dan op bladzijde 260 van je boek. 

Slide 13 - Slide