Clase 1 y 2 semana 2 periodo 2 introductie subjuntivo spa2

Programa de hoy
  • Corregir ej. 1-5
  • Gramática: Subjuntivo (samen doornemen)
  • Ejercicios individuales:   ej. 7, 8 y 9 (p. 119)
  • Discutir la lista de vocabulario

Objetivos de hoy:
  1. Ik ken het gebruik van de Subjuntivo
  2. Ik kan regelmatige werkwoorden in de Subjuntivo vervoegen
  3. Ik kan een aantal onregelmatige werkwoorden in de Subjuntivo vervoegen


1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Programa de hoy
  • Corregir ej. 1-5
  • Gramática: Subjuntivo (samen doornemen)
  • Ejercicios individuales:   ej. 7, 8 y 9 (p. 119)
  • Discutir la lista de vocabulario

Objetivos de hoy:
  1. Ik ken het gebruik van de Subjuntivo
  2. Ik kan regelmatige werkwoorden in de Subjuntivo vervoegen
  3. Ik kan een aantal onregelmatige werkwoorden in de Subjuntivo vervoegen


Slide 1 - Slide

Wat is de 'subjuntivo'?
De aanvoegende wijs wordt in het NL bijna niet meer gebruikt.
Voorbeelden
Leve de koning!
Het zij zo
Men neme
Zo waarlijk helpe mij God almachtig

Slide 2 - Slide

Wat is de 'subjuntivo'?
In het Spaans komt de subjuntivo dus nog regelmatig voor, vooral in bijzinnen. Je vertaalt een subjuntivo bijna altijd met de tegenwoordige tijd.


Slide 3 - Slide

De regelmatige vervoegingen
yo
él/ella/usted
nosotros/-as
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
HABLAR
COMER
VIVIR
hable
hables
hable
hablemos
habléis
hablen
coma
comas
coma
comamos       
comáis
coman
viva
vivas
viva
vivamos     
viváis
vivan
-er en -ir zijn  hetzelfde

Slide 4 - Slide

Werkwoorden met klinkerwisselingen
yo
él/ella/usted
nosotros
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
PODER (ue)
PENSAR (ie)
-AR & -ER werkwoorden met klinkerwisselingen 'ie' en 'ue'
piense
pienses
piense
pensemos
penséis
piensen
pueda
puedas
pueda
podamos
podáis
puedan
Kortom: 
- klinkerwisselingen zijn hetzelfde als in de presente

Slide 5 - Slide

Werkwoorden met klinkerwisselingen
yo
él/ella/usted
nosotros
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
DORMIR (ue)
SENTIR (ie)
-IR werkwoorden met klinkerwisselingen 'ie' en 'ue'
sienta
sientas
sienta
sintamos
sintáis
sientan
duerma
duermas
duerma
durmamos
durmáis
duerman

Slide 6 - Slide

yo
él/ella/usted
nosotros
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
DECIR
Onregelmatige werkwoorden (maar met logica!)
ik-vorm in de presente was digo
verander nu de -o in een -a
diga
digas
diga
digamos
digáis
digan
Hetzelfde geld voor de volgende werkwoorden:
- hacer-> haga, hagas..
- poner -> ponga, pongas..
- tener -> tenga, tengas..
- venir -> venga, vengas.. 
- conocer -> conozca, conozcas..
- hay -> maar een vorm 'haya'

Slide 7 - Slide

Helemaal onregelmatig
yo
él/ella/usted
nosotros
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
DAR
des
demos
deis
den
SER
IR
sea
seas
sea
seamos
seáis
sean
vaya
vayas
vaya
vayamos
vayáis
vayan
ESTAR
SABER
esté
estés
esté
estemos
estéis
estén
sepa
sepas
sepa
sepamos
sepáis
sepan

Slide 8 - Slide

Het gebruik van de 'subjuntivo'
De subjuntivo komt meestal  in bijzinnen voor die met que beginnen.  Het onderwerp in de hoofd- en bijzin is niet hetzelfde.

                                      Voorbeeld: Ik wil dat jij naar huis komt


Je doet dit wanneer je in de hoofdzin één van de volgende dingen uitdrukt:
1) Een wil, wens, verzoek of advies
2) Een gevoel
3) Na onpersoonlijke uitdrukking (ser + bijv.nw + que)
4) Twijfel, vermoeden of onzekerheid

Slide 9 - Slide

1) Wil, wens, verzoek of advies
Bijvoorbeeld:

Queremos que comas en casa                   (Wij willen dat je thuis eet)

Espero que vengas a mi casa                       (Ik hoop dat je naar mijn huis komt)

Te ruego que no juegues en la calle          (Ik verzoek je niet op straat te spelen)

Te aconsejo que no escojas economía    (Ik raad je aan geen economie te kiezen)

Slide 10 - Slide

2) Gevoel
Bijvoorbeeld:

Me gusta que Paco salga contigo                          (Ik vind het leuk dat Paco uitgaat met jou)

Siento que no puedas venir mi casa                     (Ik vind het jammer dat je niet kan komen)

Me preocupa que fumes                                           (Ik maak me zorgen dat je rookt)

Tengo miedo de que vayas a tener un virus        (Ik ben bang dat je een virus krijgt)

Slide 11 - Slide

3) Na een onpersoonlijke uitdrukking
Bijvoorbeeld:

Es necesario que comáis bien                         (Het is belangrijk dat jullie goed eten)

Es importante que vivas sano                         (Het is belangrijk dat je gezond leeft)
Let op: je gebruikt géén subjuntivo als er een zekerheid wordt uitgedrukt.

Slide 12 - Slide

4) Twijfel, vermoeden of onzekerheid
Bijvoorbeeld:

Dudo que comamos en casa hoy                         (Ik betwijfel of dat we thuis eten vandaag)

Puede ser que no compre un regalo para mí   (Het kan zijn dat hij geen cadeau voor mij koopt)

No estoy seguro/-a de que vaya a la fiesta      (Ik ben er niet zeker van dat hij naar het feest gaat)

Slide 13 - Slide

Extra
Let op: Wanneer de ww in de hoofdzin en bijzin op dezelfde persoon betrekking hebben, dan wordt in plaats van een bijzin met que meestal een constructie met een infinitief (heel werkwoord) gebruikt.

Bijvoorbeeld
Esperamos llegar a las ocho.
Es difícil solucionar este problema.

Slide 14 - Slide

Zekerheid
Als je zekerheid uitdrukt, dan gebruik je de indicativo. Bijvoorbeeld:
Es verdad que                    (Het is waar dat..)
Es evidente que                (Het is duidelijk dat..)
Es cierto que                     (Het is zeker dat..)
Es un hecho que
Es seguro que
Creo que
Pienso que
Cuento que
Explico que
Contesto que
Opino que
Imagino que

Slide 15 - Slide

Zekerheid
Als je de constructies van de vorige slide ontkenned gebruik is het weer ONZEKERHEID geworden!

Bijvoorbeeld:
No es cierto que...                 + subjuntivo                       Het is NIET ZEKER dat
No es seguro que...               + subjuntivo


Slide 16 - Slide

Subjuntivo in hoofdzinnen
Soms gebruik je de subjuntivo ook in hoofdzinnen.

1) Wens uiten
Na ‘que’:
Bijvoorbeeld:
¡Que te mejores! (Beterschap!)  

Na ‘ojalá’ 
Bijvoorbeeld:
¡Ojalá haga buen tiempo! (Hopelijk is het goed weer!) 

Slide 17 - Slide

Subjuntivo in hoofdzinnen
Soms gebruik je de subjuntivo ook in hoofdzinnen.

2) Vermoeden of twijfel
Bijvoorbeeld met
:
Tal vez                (Tal vez venga por la tarde: misschien komt hij vanmiddag)
Quizás
Puede ser que
Probablemente
Posiblemente


Slide 18 - Slide