Lezen: Argumenteren (deel 4)

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen.
timer
10:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen.
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze lessenreeks..

  • kun je feitelijke en waarderende argumenten herkennen.
  • kun je argumentatiestructuren herkennen en gebruiken.

Slide 2 - Slide

Waarderende (niet-feitelijke) argumenten
Dit zijn uitspraken waarover je van mening kunt verschillen, voorbeelden van dergelijke argumenten zijn: 
  • normen en waarden
  • vermoedens
  • geloof of overtuiging

Je kunt deze uitspraken dus niet controleren.

Slide 3 - Slide

Feitelijk of waarderend argument?
Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 4 - Quiz

Argumentatiestructuren
  • Enkelvoudige argumentatie = een standpunt en één argument.
  • Nevenschikkende argumentatie = een standpunt en meerdere onafhankelijke argument.
  • Onderschikkende argumentatie = een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (= ketenargumentatie).


Slide 5 - Slide

Hulp!
Soms is het  lastig om het standpunt en het argument van elkaar te onderscheiden in een tekst.

Want en dus (daarom) zijn handige hulpmiddelen om het verschil te zien.

Slide 6 - Slide

Nevenschikkende argumentatie

Slide 7 - Slide

Nevenschikkende argumentatie 
EN
EN
WANT

Slide 8 - Slide

Onderschikkende argumentatie

Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt.

Slide 9 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt.
Het is belangrijk om huiswerk te maken.
Alleen door te oefenen zet je de stap van kennen naar kunnen.
Je brein heeft training nodig om de leerstof te begrijpen.

Slide 10 - Slide

Combinatie
(Onder- en nevenschikkende argumentatie)

Als je een nevenschikkende argumentatie ondersteunt.

Slide 11 - Slide

Zelf aan de slag
Maken: 
  • Cursus 1, par. 3, opdr. 4 en 5.
  • Alles af? Kijk je werk na.

Ben je klaar?
1. Verder lezen in je leesboek.
2. Huiswerk maken ander vak.


Slide 12 - Slide