quiz H3.3 LEZEN

Tekstdoel: informeren
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tekstdoel: informeren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

De kern van een tekst
Na de inleiding komt de kern van de tekst. 
Dat is het langste onderdeel, want de kern van de tekst heeft vaak meerdere alinea’s. In de kern geeft de schrijver informatie over de verschillende deelonderwerpen van de tekst. 


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

In het middenstuk (de kern) van de tekst wordt:
A
stap voor stap het onderwerp van de tekst uitgewerkt.
B
De tekst van verschillende kanten bekeken.
C
Overzicht gemaakt door het gebruik van tussenkopjes en alinea's.
D
Antwoorden, A, B en C zijn alle drie goed.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Onderwerp van een tekst

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
mbo-opleidingen in Nederland
B
onwenselijke situatie
C
stage mbo
D
stage voor illegale jongeren

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

nauwkeurig lezen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting: Als ik wil weten wat het doel is van een tekst, lees ik hem...
A
verkennend
B
nauwkeurig (woord voor woord)

Slide 7 - Quiz

Aanleiding om te herhalen wat verkennend lezen is.
Inleiding, middenstuk, slot
Slot --> Het afronden van de tekst.
Bestaat vaak uit één alinea.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Inleiding, middenstuk, slot

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

In het slot van een tekst...
A
...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat e.d.)
B
...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
C
..staat waarom je nieuwsgierig wordt om verder te lezen
D
...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


een tegenstelling zoeken



Een tegenstelling is het omgekeerde van iets. 

Zo is lekker een tegenstelling van vies. 

Andere tegenstellingen zijn: 
licht – donker, vroeg – laat, hoog – laag.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is een tegenstelling?
A
Een woord dat hetzelfde betekent.
B
Een woord dat het tegenovergestelde betekent.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slot
Belangrijkste uit de tekst herhaald

Krantenberichten hebben vaak geen slot

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is de tegenstelling van:
snel
A
vlug
B
rap
C
gejaagd
D
sloom

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat heb je allemaal geleerd?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions