3.8 spelling

3.8 Spelling
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

3.8 Spelling

Slide 1 - Slide

Planning
  • Maken: opdracht 1
  • Uitleg + vragen
  • Lesdoelen check

Slide 2 - Slide

Aantekeningen 3.8 volt. dw.
Een voltooid deelwoord (vd) begint vaak met ge-.
Bij een voltooid deelwoord staat altijd een vorm van hebben, zijn of worden. Een voltooid deelwoord staat vaak aan het eind van de zin.

Het voltooide deelwoord van sterke werkwoorden eindigt meestal op -en. Je schrijf het zoals je het zegt.
• Wij zijn snel naar huis gereden.

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op -d of -t. Maak het voltooid deelwoord langer. Dan hoor je of het -d of -t moet zijn.
• De rekening is betaald. (de betaalde rekening)

Slide 3 - Slide

Aantekeningen 3.8 volt. dw.
Sommige werkwoorden beginnen met be-, ge-, her-, ver- of ont-. Bij het voltooid deelwoord schrijf je er dan geen ge- voor.

Let op:
Bij het werkwoord verhuizen klinkt verhuist (pv) hetzelfde als verhuisd (voltooid deelwoord), maar je schrijft het anders.

Hij verhuist volgende week naar Amsterdam.
Hij is naar Amsterdam verhuisd.

Slide 4 - Slide

Vul de juiste vorm van het ww in:
De klant heeft netjes (betalen)

Slide 5 - Open question

Vul de juiste vorm van het ww in:
Mijn oom was naar de kapper (gaan)

Slide 6 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 7 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 8 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 9 - Open question

Voorbeeld voltooid deelwoord

Slide 10 - Mind map

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 11 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 12 - Open question

Aantekeningen 3.8 volt. dw.
Sommige werkwoorden beginnen met be-, ge-, her-, ver- of ont-. Bij het voltooid deelwoord schrijf je er dan geen ge- voor.

Let op:
Bij het werkwoord verhuizen klinkt verhuist (pv) hetzelfde als verhuisd (voltooid deelwoord), maar je schrijft het anders.

Hij verhuist volgende week naar Amsterdam.
Hij is naar Amsterdam verhuisd.

Slide 13 - Slide

Vul de juiste vorm van het ww in (vt):
Heeft hij jou (sturen)?

Slide 14 - Open question

Splitsbare werkwoorden
Sommige werkwoorden zijn in een zin gesplitst (in stukken gedeeld). Je noemt ze splitsbare werkwoorden.
Kijk maar:
• Je moet je gordel vastmaken in de auto. – Ik maak mijn gordel vast.
• Ik wil Joeri overhalen om te blijven. – Ik haal Joeri over om te blijven.

Bij het voltooid deelwoord van splitsbare werkwoorden, schrijf je -ge- tussen beide delen.
Je schrijft het woord aan elkaar.
• Ik heb mijn gordel vastgemaakt.
• Ik heb Joeri overgehaald.

Slide 15 - Slide

Welk splitsbaar werkwoord herken je en schrijf het voltooid deelwoord ervan op:
Op dinsdag maak ik mijn kamer schoon.

Slide 16 - Open question

Welk splitsbaar werkwoord herken je en schrijf het voltooid deelwoord ervan op:
De beker loopt hartstikke erg over.

Slide 17 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 18 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 19 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 20 - Open question

Welk splitsbaar ww kun je hier opschrijven?

Ik ... mijn beker ... in de prullenbak.

Slide 21 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van weggooien?

Slide 22 - Open question

Voltooid deelwoord van bedenken (hij-vorm)?

Slide 23 - Open question

Herhaling 3.8: volt. dw.
Een voltooid deelwoord (vd) begint vaak met ge-.
Bij een voltooid deelwoord staat altijd een vorm van hebben, zijn of worden. Een voltooid deelwoord staat vaak aan het eind van de zin.

Het voltooide deelwoord van sterke werkwoorden eindigt meestal op -en. Je schrijf het zoals je het zegt.
• Wij zijn snel naar huis gereden.

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op -d of -t. Maak het voltooid deelwoord langer. Dan hoor je of het -d of -t moet zijn.
• De rekening is betaald. (de betaalde rekening)

Slide 24 - Slide

Aantekeningen 3.8 volt. dw.
Sommige werkwoorden beginnen met be-, ge-, her-, ver- of ont-. Bij het voltooid deelwoord schrijf je er dan geen ge- voor.

Let op:
Bij het werkwoord verhuizen klinkt verhuist (pv) hetzelfde als verhuisd (voltooid deelwoord), maar je schrijft het anders.

Hij verhuist volgende week naar Amsterdam.
Hij is naar Amsterdam verhuisd.

Slide 25 - Slide

Voorbeeld voltooid deelwoord van een splitsbaar ww

Slide 26 - Mind map

Splitsbare werkwoorden
Sommige werkwoorden zijn in een zin gesplitst (in stukken gedeeld). Je noemt ze splitsbare werkwoorden.
Kijk maar:
• Je moet je gordel vastmaken in de auto. – Ik maak mijn gordel vast.
• Ik wil Joeri overhalen om te blijven. – Ik haal Joeri over om te blijven.

Bij het voltooid deelwoord van splitsbare werkwoorden, schrijf je -ge- tussen beide delen.
Je schrijft het woord aan elkaar.
• Ik heb mijn gordel vastgemaakt.
• Ik heb Joeri overgehaald.

Slide 27 - Slide

Welk splitsbaar werkwoord herken je?

Ik zet mijn alarm aan.

Slide 28 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van aanzetten?

Slide 29 - Open question

Maken 3.8
1 t/m 14 moet helemaal af.

Klaar? NUMO.
timer
15:00

Slide 30 - Slide

Lesdoelen check
✅❌

Slide 31 - Slide

Wat is het splitsbare werkwoord?

Hij werkt zijn portfolio bij.

Slide 32 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van bijwerken?

Slide 33 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 34 - Open question