Herhaling imparfait + cours 4

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Plattegrond
Ella
Melati
Tygo
Tim
Jesse
Mariam
Sarah
Roan
Mels
Mayla
Sanne L
Luuk Z
Nena
Tara
Roos
Emma
Amber
Sanne M
Pieter
Melle
Ruben
Malan 
Jitte
Luuk B
Lucca
Yari
Lucius
Joel
Docent

Slide 2 - Slide

la tâche de début
De imparfait:  

Imparfait: o.v.t - onvoltooid verleden tijd.
Zet de werkwoorden in de imparfait
  • J' __________(aller) au cinéma 
  • Sophie ____________(attendre) à l'école
  • Mes élèves _____________(finir) leurs devoirs.

(Tip: Kijk in je grammaticaboekje blz 3)
timer
1:30

Slide 3 - Slide

Aujourd'hui

Programme:
  • La tâche de début
  • Herhaling van de imparfait
  • Au travail: cours 4
  • Klassikaal nabespreken/nakijken 

Slide 4 - Slide

Toetsprogramma 

Slide 5 - Slide

Imparfait (onvoltooid verleden tijd)
Voorbeelden: ik gaf, hij kende, wij zagen, jij had...
Stappenplan:
  1. zet het werkwoord in de nous-vorm in de présent. Bijvoorbeeld: nous parlons.
  2. - ons
  3. Plaats de juiste uitgang, bij de juiste persoon
    --> zie afbeelding/grammaticaboekje

Bijvoorbeeld: Je parlais, nous chantions, ils avaient

Slide 6 - Slide

Imparfait
Onderwerp 
Uitgang 
Voorbeeld 
Je
- ais
Je donnais 
Tu 
- ais
Tu donnais
Il / Elle / On 
- ait
Elle donnait
Nous
- ions
Nous donnions  
Vous 
- iez
Vous donniez 
Ils / Elles
- aient
Ils donnaient 
De uitgangen van de imparfait herken je aan de ''i" van imparfait

Slide 7 - Slide

présent
imparfait
passé composé
je suis
je chantais
je suis allé(e)
j'ai été
je tombais
j'habite

Slide 8 - Drag question

je regarde
nous choisissions
vous aviez
Tom a répondu
Tu descendais
passé composé
le présent
imparfait

Slide 9 - Drag question

Imparfait
Welke vorm is GEEN imparfait?
A
Nous perdons
B
Vous aidiez
C
Elle commençait
D
J'étais

Slide 10 - Quiz

Imparfait
Welke vorm is GEEN imparfait?
A
C'était
B
Il applaudit
C
Tu faisais
D
Je passais

Slide 11 - Quiz

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
Uitgangen Imparfait
-ais
-ais
-ait
-ions
-iez
-aient

Slide 12 - Drag question

Vertaal:
Ik was
A
J'avais
B
Je faisais
C
J'étais
D
j'allais

Slide 13 - Quiz

Vertaal:
Mon père avait un voiture rouge.

Slide 14 - Open question

Vertaal:
Wij luisterden

Slide 15 - Open question

Au travail !
Wat?
Maak cours 4 op je chromebook en lever deze in via classroom
(huiswerk)
Met wie en hoe?
- In tweetallen overleggen
Hulp nodig?
Steek je hand op
Tijd?

Tip:
Kijk op pagina 
3 & 19 
Klaar? 
- verbuga.eu
(p.c & imparfait)
- vooruitwerken 
futur proche
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Klassikaal nakijken: exercices in classroom
(huiswerk maandag)

Slide 17 - Slide