Examentraining 4 - Theorie 2.2

Examentraining 4 - Theorie 2.2

Leesstrategieën

Welke leesstrategie gebruik je als je het onderwerp van de tekst wil weten?

1. globaal lezen
2. zoeken lezen
3. intensief lezen

Welke leesstrategie gebruik je als je het tekstverband tussen twee alinea's wil weten?

1. globaal lezen
2. zoekend lezen
3. intensief lezen

Welke van de strategieën is geen leesstrategie?

1. Precies lezen
2. Oriënterend lezen
3. Onderzoekend lezen
4. Globaal lezen

Welke leesstrategie gebruik je als je de hoofdgedachte moet bepalen?

1. oriënterend lezen
2. globaal lezen
3. intensief lezen
4. kritisch lezen

Welke leesstrategie gebruik je om het deelonderwerp van tekst te vinden?

1. Oriënterend lezen
2. Precies lezen
3. Zoekend lezen
4. Globaal lezen

Welke soort tekst past bij een advertentie voor een goed doel? (De schrijver wil dat je gaat doneren)

1. Informerende tekst
2. Betogende tekst
3. Instructieve tekst
4. Amuserende tekst

Welke soort tekst past bij een artikel dat in de krant staat? Het artikel gaat over de opening van een nieuwe winkel.

1. Informerende tekst
2. Betogende tekst
3. Amuserende tekst
4. Instructieve tekst

Welke leesstrategie past bij dit leesdoel?

Globaal lezen

Intensief lezen

Zoekend lezen

Welke leesstrategie past bij dit leesdoel?

Globaal lezen

Precies lezen

Zoekend lezen

Welke leesstrategie past bij dit leesdoel?

Globaal lezen

Precies lezen

Zoekend lezen

Argumentatiestructuren

Jongens en meisjes kunnen op de middelbare school beter gescheiden les krijgen.

Jongens vinden school niet zo belangrijk als meisjes.

Jongens en meisjes leiden elkaar af.

Jongens en meisjes moeten op een verschillende manier de lesstof gepresenteerd krijgen.

Jongens zijn met een zes al tevreden en meisjes niet.

Jongens willen meer doen dan meisjes.

Meisjes willen meer leren dan jongens.

Meisjes halen hogere cijfers dan jongens op proefwerken.

Meisjes zijn verder in hun geestelijke ontwikkeling dan jongens.

Meisjes worden eerder volwassen dan jongens.