Maximale winst

Markt, Volkomen Concurrentie, Maximale winst
Vorige les: 
3 doelstellingen van de ondernemer
- 1) Geen winst en geen verlies = Break even point
- 2) Maximale winst
- 3) Maximale omzet 
Deze les: doelstelling 2 Maximale winst
Nu even een korte herhaling via een paar meerkeuzevragen:
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Markt, Volkomen Concurrentie, Maximale winst
Vorige les: 
3 doelstellingen van de ondernemer
- 1) Geen winst en geen verlies = Break even point
- 2) Maximale winst
- 3) Maximale omzet 
Deze les: doelstelling 2 Maximale winst
Nu even een korte herhaling via een paar meerkeuzevragen:

Slide 1 - Slide

Hoe noemen we de hoeveelheid goederen waarbij de ondernemer geen winst en geen verlies maakt?
A
Break-even
B
BEA
C
BEO

Slide 2 - Quiz

Wat betekent de afkorting BEO?
A
Break-even-afzet
B
Break-even-point
C
Break-even-omzet

Slide 3 - Quiz

Hoe bereken je de BEO?
A
BEA x q
B
BEA / q
C
TO = TK

Slide 4 - Quiz

Hoe bereken je de BEA?
A
TO = TK
B
TO x TK
C
MO = MK

Slide 5 - Quiz

Wat betekent de afkorting TO
A
Totale Oplossing
B
Totale afzet
C
Totale omzet

Slide 6 - Quiz

Hoe bereken je de TO?
A
p x q
B
omzet x afzet
C
TO = TK

Slide 7 - Quiz

Wat betekent de afkorting GVK
A
Geen Variabele Kosten
B
Gemiddelde Variabele Kosten
C
Gemiddelde Totale Kosten

Slide 8 - Quiz

De GVK is altijd afhankelijk van de.....?
A
q
B
kosten
C
omzet

Slide 9 - Quiz

TK = 20q + 3500
Hoeveel bedraagt de GVK en hoeveel bedraagt de TCK?
A
GVK = 3500 en TCK = 20
B
GVK = 20 en GCK = 3500
C
GVK = 20 en TCK = 3500

Slide 10 - Quiz

Nu doelstelling 2: Maximale Winst
Maximale winst de hoeveelheid goederen die de ondernemer moet produceren of verkopen wil zijn/haar winst maximaal zijn. Dus als hij/zij er eentje minder verkoopt is de winst niet op het hoogtepunt en bij eentje meer ook niet!

Slide 11 - Slide

Maximale winst berekenen bij gelijkblijvende marginale kosten
MO = Marginale opbrengst =
De opbrengst die je ontvangt als je één extra product produceert en/of verkoopt

Bij volkomen concurrentie geldt  MO = GO = P omdat de markt de prijs dicteert en bij één extra verkocht product ontvang je de verkoopprijs.

Slide 12 - Slide

Maximale winst berekenen bij gelijkblijvende marginale kosten
MK = Marginale kosten = 
De kosten die je hebt als je één extra product produceert en/of verkoopt
Bij volkomen concurrentie zijn dit de variabele kosten, de variabele kosten zijn afhankelijk van de afzet , van q.
MK = GVK

Slide 13 - Slide

Maximale winst berekenen bij gelijkblijvende marginale kosten 
Bij welke hoeveelheid goederen (=q) verkopen hebben we  maximale winst?
Maximale winst → MO = MK

MO = marginale opbrengst  → MO = GO = P
MK = Marginale kosten  → MK = GVK

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat als er nooit MO = Mk wordt bereikt?
Dan is de winst maximaal bij de maximale productiecapaciteit, dus wat een bedrijf maximaal kan produceren. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Maximale winst berekenen bij stijgende marginale kosten 
Maximale winst is nog steeds MO=MK alleen nu stijgen de MK bijvoorbeeld doordat je extra personeel moet inschakelen als je meer produceert. 
 
Wanneer is er dan 
maximale winst? 

Slide 19 - Slide

Bij welke q is de winst
maximaal?

Slide 20 - Slide

Bij welke q is de winst maximaal?

Slide 21 - Open question

Als MO > MK neemt winst 
toe (tot q = 4)
Als MO < MK neemt winst 
af 


Je moet dus produceren / verkopen op het punt waar geldt MO = MK 

Slide 22 - Slide