Les 3.1 Steeds kleinere groepen

Ordening
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ordening

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Uitleg basisstof 3.1
Verwerking basisstof 3.1
Quiz
Evaluatie

Slide 2 - Slide

Ordenen
Je kan voorwerpen en organismen indelen in verschillende groepen of sorteren dit noem je ordenen.

Bij ordenen verdeel je een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk.

Slide 3 - Slide

Neem je etui voor je en orden de inhoud ervan op je tafel.

timer
2:00

Slide 4 - Slide

Je hebt een grote boekenkast met heel veel boeken.
Hoe zou jij de boekenkast ordenen?
A
Boeken met dezelfde titels bij elkaar zetten
B
Boeken met dezelfde schrijver bij elkaar zetten
C
Boeken met dezelfde kleur bij elkaar zetten
D
Boeken met hetzelfde genre bij elkaar zetten

Slide 5 - Quiz

Hoe deel jij je kleding kast in?
A
Broeken bij broeken, Shirts bij shirts.
B
Alle kleuren mooi bij elkaar.
C
Ik gooi al mijn kleren random in de kast.
D
Fijnste kleding op de beste plek.

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kan organismen indelen in groepen en rijken
  • Je kan de celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
  • Je kan de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk

Slide 7 - Slide

Ordening
Ordening = groepen maken
  • Alle organismen indelen in groepen met hetzelfde kenmerk
  • Door deze kenmerken kun je organismen van elkaar onderscheiden

Slide 8 - Slide

Twee hoofdgroepen
7 Rijken
Indelen op basis van kenmerken
X
X
X

Slide 9 - Slide

Celkenmerken
Celkenmerken:
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels

Slide 10 - Slide

Prokaryoten
Eukaryoten

Slide 11 - Slide

Waarmee delen we organisme in?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten
C
Kenmerken
D
Dieren

Slide 12 - Quiz

Prokaryoten
Prokaryoten hebben geen celkern (wel DNA), wel een celwand, geen bladgroenkorrels en zijn eencellig

Er zijn 2 rijken: 
  1. de bacteriën 
  2. de archaea

Slide 13 - Slide

Eukaryoten
Eukaryoten hebben wel een celkern. Er zijn 5 rijken.





Verschil in bladgroen, celwand, een of meercelling.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Rijk: Schimmels
Eukaryoot
  • celkern
  • celwand 
  • bladgroenkorrels 

Kunnen eencellig of meercellig zijn.
Meercellige schimmel
Gist: een eencellige schimmel

Slide 16 - Slide

Rijk: Planten
Eukaryoot
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels 

Kunnen eencellig of meercellig zijn
Algen: eencellige planten
De venus vliegenval: een meercellige plant

Slide 17 - Slide

Rijk: Dieren
Eukaryoot
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels

Zijn meercellig

Slide 18 - Slide

LD: Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk. 
Vertakkingsschema

Slide 19 - Slide

De
Rode
Slang
Kan
Op
Freeks
Gezicht
Sabbelen

Slide 20 - Slide

Aan het werk
Maak van basisstof 3.1
Opdracht 
1 t/m 4
&
6 t/m 8

Slide 21 - Slide

Plant
Dier
Schimmel
Bacterie

Slide 22 - Drag question

Ik heb een celwand, een vacuole maar geen bladgroenkorrels.... Wie ben ik?
A
Plant
B
Bacterie
C
Dier
D
Schimmel

Slide 23 - Quiz

Welke twee hoofdgroepen kunnen we alle organismen indelen?
A
Planten en dieren
B
Prokaryoten en eukaryoten
C
Mensen en planten
D
Bacteriën en dieren Bacteriën en dieren Bacteriën en dieren Bacteriën en dieren

Slide 24 - Quiz

Prokaryoten hebben een celkern
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Welke cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke cellen
B
Plantaardige cellen

Slide 26 - Quiz

Prokaryoten zijn altijd meercellig
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Tot welk RIJK behoort de mens?
A
Prokaryoten
B
Eukaryoten
C
Dieren
D
Gewervelden

Slide 28 - Quiz

Welke celkenmerken heeft deze champignon?
A
Bladgroenkorrels, Celmembraan, Celwand
B
Bladgroenkorrels, Celkern, Celwand
C
Celkern, Celmembraan, Celwand
D
Bladgroenkorrels, Celmembraan, Celkern

Slide 29 - Quiz

De mens is...?
Eencellig
Meercellig

Slide 30 - Poll

Wat zijn kenmerken van een bacterie?
A
eencellig, een celkern en een celwand.
B
eencellig, geen celkern, wel een celwand
C
meercellig, een celkern en een celwand
D
meercellig, geen celkern, wel een celwand

Slide 31 - Quiz

Hebben schimmels een celkern en/of een celwand?
A
celkern
B
celwand
C
zowel een celkern als een celwand
D
geen van beide

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Video