2.1 Pinpas of portemonnee?

1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Je gaat naar de kapper.
Je betaalt contact.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 8 - Quiz

Je veegt het lokaal van de docent.
Je mag daardoor een keer mee met de lift.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 9 - Quiz

In de aula koop je een broodje gezond voor 2 euro.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Je pint geld bij een pinautomaat.
A
Je saldo stijgt
B
Je saldo daalt

Slide 12 - Quiz

Je zet geld op de bankrekening.
A
Je saldo stijgt
B
Je saldo daalt

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Je hebt € 10 op je bankrekening staan. Je krijgt € 35 van je oma. Zij maakt dat over naar je bankrekening. Je betaalt met je pinpas € 10 voor een cadeautje.

Wat is nu het saldo van je bankrekening?

Slide 15 - Open question

Je hebt € 12,50 op je bankrekening staan. Je ouders maken € 25 zakgeld aan je over. En je neemt € 20 op.

Wat is nu je saldo?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Chartaal geld is tastbaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

timer
15:00

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide