Je geeft een mening over je onderwerp en die ondersteun je met argumenten. Die argumenten kunnen bestaan uit objectieve argumenten zoals feiten en wetenschappelijke gegevens, maar ook uit subjectieve argumenten die te maken hebben zaken als geloof, vermoedens, emoties, algemeen nut, gezag en niet algemeen aanvaarde waardeoordelen. In de hoofdgedachte zal je een mening geven over je onderwerp.