Engels lesson 3 - chores

Engels lesson 3 - chores
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Engels lesson 3 - chores

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij klusjes in huis? (chores)

Slide 2 - Mind map

Which chores do you have to do at home? (Welke klusjes moet jij thuis doen?)

Slide 3 - Open question

Wat betekent 'dishwasher'
A
afwasborstel
B
vaatwasser
C
zeepsop
D
theedoek

Slide 4 - Quiz

Wat is een 'bin'?
A
vuilnisbak
B
stofzuiger
C
dweil
D
handdoek

Slide 5 - Quiz

Wat is de goede vertaling van: Ik maak mijn bed dagelijks op.
A
I make up my bed daily.
B
I make my bed daily up.
C
I make my bed daily.
D
I make my bed

Slide 6 - Quiz

Wat stop je in een 'bin'?
A
dishes
B
garbage
C
dog
D
games

Slide 7 - Quiz

Wat is het Engelse woord voor 'opruimen'?
A
tidying
B
clean up
C
cleaning
D
tidy up

Slide 8 - Quiz

Vertaal de volgende zin naar het Nederlands:
He usually goes shopping.

Slide 9 - Open question

Vertaal de volgende zin naar het Nederlands:
We sometimes cook a meal.

Slide 10 - Open question

Hoe vaak is het?
1. daily 2. weekly 3. monthly

Slide 11 - Open question

Wat is het vaakst:
A
often
B
sometimes
C
never
D
always

Slide 12 - Quiz

Wat is het minst vaak?
A
often
B
sometimes
C
never
D
always

Slide 13 - Quiz

Maak de zin af: (in het Engels)
The worst chore I have to do at home is..

Slide 14 - Open question

Maak de zin af: (in het Engels)
My favourite chore at home is..

Slide 15 - Open question