Grammatica 1.7 (les 2) lv

K3- Grammatica 1.7 (les 2)
Woensdag 17 september 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

K3- Grammatica 1.7 (les 2)
Woensdag 17 september 

Slide 1 - Slide

Vorige les 

-Zinsontleding persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en onderwerp.
-Werkblad pv, wwg en o
Vandaag 

-Werkblad bespreken 
-Zinsontleding lijdend voorwerp 
-Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Werkblad doornemen/bespreken 

Slide 3 - Slide

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn broer
heeft
een auto
gekocht.

Slide 4 - Drag question

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
.
Het werkwoordelijk gezegde
Het wedstrijdschema
wordt
door de handbaltrainer
op Facebook
gezet.

Slide 5 - Drag question

Wat is het onderwerp?
Het onderwerp
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd

Slide 6 - Drag question

Welke zinsdelen zijn er ook alweer?
  • Persoonsvorm
  • Werkwoordelijk gezegde
  • Onderwerp
  • Lijdend voorwerp
  • Meewerkend voorwerp
  • Bijwoordelijke bepaling 

Slide 7 - Slide

lijdend voorwerp
Voorbeeld het lijdend voorwerp

Slide 8 - Slide

Lijdend voorwerp (lv)
  • Het lijdend voorwerp is een zinsdeel. 
  • Bij het lijdend voorwerp 'overkomt iemand' of 'ondergaat een onderwerp' iets. 
  • Het is belangrijk dat je weet dat niet iedere zin een lijdend voorwerp heeft.
Lijdend voorwerp (lv)

Slide 9 - Slide

Het lijdend voorwerp
wie/wat + wwg + onderwerp = lijdend voorwerp. 
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=

Slide 10 - Slide

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
vanavond
een serie 

Slide 11 - Drag question

Wat is het lijdend voorwerp?
altijd 
Het lijdend voorwerp

Waar
zet
jij 
jouw racefiets
neer?

Slide 12 - Drag question

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
Lijdend voorwerp
Julia en Kim
gaven
aan hun moeder
een cadeautje

Slide 13 - Drag question

Nieuw werkblad 
Benoem nu de pv, wwg, o én het lijdend voorwerp (lv) van de eerste 6 zinnen

Slide 14 - Slide

Vandaag geleerd

Lijdend voorwerp vinden in een zin
Volgende les

Meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling 

Slide 15 - Slide