What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Meervoud van zelfstandige naamwoorden
Meervoud van zelfstandige naamwoorden
Spelling blok 3
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Meervoud van zelfstandige naamwoorden
Spelling blok 3
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Na deze les kun je:
Van allerlei verschillende zelfstandige naamwoorden het meervoud vormen, inclusief uitzonderingen.
Slide 2 - Slide
Wat is een zelfstandig naamwoord?
Meervoudsuitgang
Slide 3 - Slide
1 Schrijf op welke verschillende meervoudsuitgangen je kent.
2 Geef bij elke uitgang twee voorbeelden.
Slide 4 - Open question
Basis
Meervoud --> -(en), -s of -eren.
Voorbeelden:
mars - marsen
lente - lentes
kind - kinderen
pizza - pizza's
Slide 5 - Slide
Woorden op
-ee
Sommige woorden op
-ee
krijgen achtervoegsel
-en
.
moskee - moskeeën
trofee - trofeeën
slee - sleeën
Let op: om ervoor te zorgen dat het woord nog goed te lezen is, komt er een trema op de
e
van
-en
.
Slide 6 - Slide
Woorden op
-ie
Verschil tussen woorden die klemtoon op
-ie
hebben (
melo
die
) en woorden die dat niet hebben (
bac
te
rie
). Wanneer de klemtoon op
-ie
valt, schrijf je
-ieën
.
fo
bie
- fobieën
Valt de klemtoon niet op de
-ie
, dan schrijf je
-iën
.
o
lie - oliën
Slide 7 - Slide
Woorden op -f
Woorden die eindigen op een
-f
krijgen in het meervoud meestal een
v
:
n
eef
- ne
ven
Uitzondering hierop zijn woorden die eindigen op
-aaf
en
-oof
:
fotogr
aaf
- fotogr
afen
Slide 8 - Slide
Woorden op
-s
Sommige woorden die op
-s
eindigen houden deze
s
in het meervoud, andere krijgen een
z
:
mars - marsen
heks - heksen
advies - adviezen
hals - halzen
Slide 9 - Slide
Latijnse woorden op
-us
of
-um
Woorden uit het Latijn, zoals
politicus
en
technicus
hebben Latijnse meervouden:
politicus - politici
Latijnse woorden op
-um
krijgen een Nederlands meervoud met het achtervoegsel -s óf een Latijns meervoud op
-a
, maar nooit beide:
museum - museums - musea (nooit: musea's)
Slide 10 - Slide
Vorm het meervoud van de volgende woorden.
lied - bacterie - kaars - melodie
Slide 11 - Open question
Kijk in je boek naar de theorie op bladzijde 126.
Zijn er onderdelen die je nog lastig vindt en/of extra uitleg van wil?
Slide 12 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht 24 en 25 op bladzijde 127.
Jullie krijgen daar 10 minuten de tijd voor.
Weet je iets niet? Kijk eerst in je boek, vraag daarna je buur om hulp en vraag als laatste hulp aan mij.
Ben je klaar? Geef het aan, dan komt er een extra opdracht op het bord.
Slide 13 - Slide
Extra opdracht
Vorm het meervoud van de volgende woorden.
lied - cadeau - foto - paraplu
bede - idee - baby - zee
café - slaaf - filosoof - paus
bureau - comité - viezerik - fotograaf
bacterie - asperge - jockey - milieu
melodie - hagedis - leeuwerik - kaars
Slide 14 - Slide
Nabespreken opdracht 24
Slide 15 - Slide
Nabespreken opdracht 25
Slide 16 - Slide
More lessons like this
(2) Meervoudsuitgangen
November 2021
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Spelling meervoud op -en en -ën
June 2019
- Lesson with
26 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
H3 NN1V - Spelling
January 2022
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Creatief schrijven & spelling les 5: samengestelde woorden
February 2023
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Herhalingsles 1 - Meervoudsuitgangen en tussen-n
September 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Creatief schrijven & spelling les 4: meervoud van zelfstandige naamwoorden
February 2023
- Lesson with
48 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
GT3_Meervouden
November 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Meervoudsvormen
March 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2