rekenen

rekenen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

rekenen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

verhoudingen
leerdoel:
we kunnen verhoudingen vergelijken en toegepast rekenen met verhoudingen. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

weet je nog wat van verhoudingen?
A
ik weet wat het is en ik kan er mee rekenen
B
ik weet nog een beetje wat het is
C
ik weet nog wat het is
D
ik weet niet meer wat het is

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

wat is een verhouding?
opfrissen

Slide 4 - Slide

Het geeft aan tot welke mate de ene grootheid tot de andere staat. 
Bij een verhouding hoort een evenredig verband, dit zorgt er voor dat je altijd boven kan doen wat je onder doet en andersom.  

A
Een vergelijking tussen oppervlakte en volume
B
en vergelijking tussen tijd en afstand
C
een vergelijking tussen 2 grootheden

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

van verhouding naar breuk of kommagetal 
Een verhouding tussen twee getallen kun je schrijven als een breuk of een kommagetal.
  

3 van de 5 = 3/5 (drie vijfde) deel = 0,6
3/5 = 3 : 5
Het kommagetal reken je makkelijk uit op de rekenmachine. Doe 3 : 5 (3 gedeeld door 5).


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

oefening
wat is het komma getal?
reken uit! (alleen antwoord)

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

oefening
rond af op 3 decimalen

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

reken uit!

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

breuken verkleinen
zoek naar een tafel, waar zowel de noemer als teller in zit.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welke breuk kan je NIET verkleinen?
A
5/10
B
7/21
C
5/16
D
2/32

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke breuk kan je WEL verkleinen?
A
4/7
B
7/27
C
5/9
D
16/32

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Andersom kan natuurlijk ook: een kommagetal als breuk of verhouding schrijven.
Bedenk dat een kommagetal het aantal tienden, honderdsten enzovoort aangeeft.

 
0,5 = 5/10 = 1/2 (5 op de 10, 1 op de 2, de helft)
0,45 = 45/100 = 9/20 (45 van de 100, 9 van de 20)





Slide 15 - Slide

This item has no instructions

reken uit!
breuk
1/3
?
1/8
3/4
?
?
komma
?
0,4
?
?
0.666..
0.15

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

vragen?
tips en tops :)



bron: rekenblokken

Slide 17 - Slide

This item has no instructions