Les 3.4: Talking & presenting H4 + Grammar Questions

KD ENG BBL Lesson 15
  • Talking & presenting H4 Exchanging information
  • Grammar: Questions
  • Structuur van een presentatie
  • Opdrachten in NU Engels
Let op: Volgende week examen!

1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

KD ENG BBL Lesson 15
  • Talking & presenting H4 Exchanging information
  • Grammar: Questions
  • Structuur van een presentatie
  • Opdrachten in NU Engels
Let op: Volgende week examen!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Talking & presenting H4 Exchanging information
A1 Questions and answers


Algemene informatie H4:
  • Spellen in het Engels
A1 Questions and answers:
  • Informatie vragen en geven

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Spellen in het Engels
TIP: Oefen met de lijst om je naam en adres te kunnen spellen in het Engels.
A (ee) – B (bie) – C (sie) – D (die) – E (ie) – F (ef) – G (dzjie) – H (eetsj) – I (aai) – J (dzjee) – K (kee) – L (el) – M (em) – N (en) – O (oo) – P (pie) – Q (kjoe) – R (aar) – S (es) – T (tie) – U (joe) – V (vie) – W (dubbel joe) – X (ex) – Y (waai) – Z (zed)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Informatie vragen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Informatie geven

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Grammar: Questions
Hoe maak je vragen in het Engels?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe stel je een vraag?
In het Engels maak je deze soms hetzelfde als in het Nederlands:
  • Zij heeft je gebeld. > Heeft zij je gebeld?
  • She has called you. > Has she called you?
Maar soms ook anders:
  • Ze verkopen snacks. > Verkopen ze snacks?
  • They sell snacks. > Do they sell snacks?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zoals in het Nederlands
- als een zin twee of meer werkwoorden heeft 
- of maar één werkwoord dat een vorm van to be (am, are is, was, were) is.
Je zet het eerste (hulp)werkwoord voor het onderwerp
Vergeet het vraagteken niet!
Is this explanation clear?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Niet zoals in het Nederlands
Het hulpwerkwoord do, does (tegenwoordige tijd) of did (verleden tijd) voor het onderwerp zetten.
  • he/she/it of woorden die hiernaar verwijzen, zoals namen van personen: does of did
      - He plays football. > Does he play football?
  • overig: do of did
      - They played a match. > Did they play a match?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Met vraagwoorden
Vraagwoorden: who, what, where, when, why, how, which.
Het vraagwoord staat altijd aan het begin van de vraag:
  • Zij heeft je gebeld. > Wie heeft je gebeld?
  • She has called you. > Who has called you?
  • Het begint om twee uur. > Wanneer begint het?
  • It starts at two o’clock. > When does it start?


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions


Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Presenteren
Om een presentatie te maken, begin je met een inhoudsopgave (outline). In de inhoudsopgave komen de volgende onderdelen aan bod: 
  • inleiding (introduction)
  • kern (body) 
  • slot (conclusion).

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Inleiding
  • stel je jezelf voor
  • vertel je kort wat het hoofdonderwerp en het doel van je presentatie is
  • licht je de structuur van je presentatie kort toe (wat ga je in de body vertellen en wat in de conclusion)
  • geef je aan wanneer er vragen gesteld mogen worden 



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Kern
De kern bestaat vaak uit een aantal deelonderwerpen van je hoofdonderwerp.
Hierin onderbouw je jouw boodschap.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slot
geef je een samenvatting van wat je al verteld hebt

vertel je het belangrijkste punt dat je wilt overbrengen
kom je tot een conclusie
vraag je het publiek of er vragen zijn
Let op! Het slot mag geen nieuwe informatie bevatten.



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

beoordeling spreken (A1)
  • Opdrachtspecifieke inhoudskenmerken
  •  Woordenschat en woordgebruik
  • Grammaticale correctheid
  • Vloeiendheid
  • Coherentie
  • Uitspraak

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Homework
Talking & presenting H4 Exchanging information
  • A1 Questions and answers
H6 public speaking
  • B1 Presenting (alleen de theorie)
Grammar:
  • Sentences 2: Questions





Slide 18 - Slide

https://www.spelletjesplein.nl/engels/