This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Nederlands
Lezen 3.3
3 gemengd
Slide 1 - Slide
Lesplanning
- Herhaling theorie lezen 3.3
- We lezen tekst 2 + bespreken opdr. 5, 6 en 7 m.b.v. LessonUp
Lesdoel:
- Je kunt vertellen wat een betoog is en hoe die is opgebouwd.
- Je kunt meningen en argumenten in een tekst herkennen.
- Je kunt vaststellen of informatie subjectief is.
Slide 2 - Slide
Terugblik vorige les
Slide 3 - Slide
Terugblik vorige les
Slide 4 - Slide
We lezen tekst 2 (blz. 27)
Slide 5 - Slide
De schrijver wil niet alleen overtuigen. Wat wil hij dat de lezer doet? (zie alinea 5)
Slide 6 - Open question
In welke alinea's staan de argumenten?
A
Alinea 1, 2 en 3
B
Alinea 2 en 3
C
Alinea 2, 3 en 4
D
Alinea 3, 4 en 5
Slide 7 - Quiz
In welke zin uit alinea 1 staat de mening van de schrijver?
A
In winkels ... te nemen.
B
Daardoor krijgen ... een opvang.
C
Dit moet ... de huisdierenhandel.
Slide 8 - Quiz
Wat is de kernzin van alinea 2?
A
Huisdieren worden ... ondoordacht aangeschaft.
B
Dit wordt ... huisdier kost.
C
Andere dieren ... op advertentiewebsites.
Slide 9 - Quiz
Wat wordt er vooral in de rest van alinea 2 beschreven?
A
gevolgen
B
oorzaken
C
oorzaken en gevolgen
Slide 10 - Quiz
Wat is de kernzin van alinea 3?
A
Ondertussen worden ... erbarmelijke omstandigheden.
B
De fokdieren ... snel overlijden.
C
Dieren in ... als roofdierenvoer.
Slide 11 - Quiz
Alinea 2 en 3 gaan over twee verschillende kanten van huisdieren.
Alinea 2 gaat over
A
het gedrag van fokkers en huisdieren
B
het gedrag van kopers van huisdieren
Slide 12 - Quiz
Alinea 2 en 3 gaan over twee verschillende kanten van huisdieren.
Alinea 3 gaat over
A
het gedrag van fokkers en huisdieren
B
het gedrag van kopers van huisdieren
Slide 13 - Quiz
Vind je in alinea 2 en 3 vooral objectieve of subjectieve informatie?
A
subjectieve informatie
B
objectieve informatie
Slide 14 - Quiz
In de tekst staat: ‘aandoenlijk dierensnuitje’ (r. 15); ‘erbarmelijke omstandigheden’ (r. 26); ‘gruwelijke wijze’ (r. 32)
Dat zijn voorbeelden van:
A
subjectieve informatie
B
objectieve informatie
Slide 15 - Quiz
Het is vooral objectieve informatie.
Er worden vooral feiten genoemd en je kunt de informatie controleren met onderzoeken en rapporten van bijvoorbeeld de Dierenbescherming.
Slide 16 - Slide
Waarnaar verwijst daarmee (r. 41)?
Slide 17 - Open question
Maak opdracht 7 (blz. 28)
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Lesplanning
- Leer de theorie over 'betoog' en 'subjectieve informatie' (blz. 25) en lees de theorie over 'functies inleiding en slot' (blz. 29) en 'tussenkopjes' (blz. 30).
= huiswerk maandag 13 januari
Lesdoel:
- Je kunt vertellen wat een betoog is en hoe die is opgebouwd.
- Je kunt meningen en argumenten in een tekst herkennen.
- Je kunt vaststellen of informatie subjectief is.