v6 imperativo - gebiedende wijs

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

BIENVENIDOS

La planificación de hoy

Tarea 

gramática que necesitas

escribir tarea 

Tarea 4

Iets aanraden of afraden

Iets aanraden of afraden

El imperativo

El imperativo

 tú = 3e persoon (él,ella,usted-vorm)

El imperativo

El imperativo

El imperativo (irregulares)

¿Cuándo se usa el imperativo?

Onpersoonlijke vorm

Het Nederlandse “men” wordt uitgedrukt door se + werkwoord in de derde persoon. (enkelvoud of meervoud)

En este restaurante se come muy bien. 

In dit restaurant kun je goed eten.

En clase no se puede comer

In de klas mag niet gegeten worden.

Onpersonlijke vorm

El español se habla en muchos países.

Het Spaans wordt in veel landen gesproken. 

En este zoo se ven pinqüinos.

In deze dierentuin zie je pinguins. 

Let op enkelvoud en meervoud

En España se hablan cuatro lenguas.

En España se toman dos platos.

En España se toma el aperitivo.

En España se come muy tarde.

Strandpunten en Argumenten

Gente joven 3 unidad 6 pag. 85

Reageren

no lo veo como tú ...............                 ik zie het niet zoals jij .............

no estoy de acuerdo con .............    ik ben het niet met je eens .....

tienes razon ..............                             je hebt gelijk ................

Strandpunten en Argumenten

Gente joven 3 unidad 6 pag. 85

Iets stellen

Yo creo que ................                  ik denk dat .............

Yo opino que ................                ik ben van mening dat

a mí me parece que ...........       het lijkt mij dat 

Tarea 4