§3.4 Atoommassa en molecuulmassa (3)

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

§3.4 Atoommassa en molecuulmassa (3)

De vorige les ging over...

• Atoommassa
• Molecuulmassa
• een nieuwe eenheid: De Mol 
  

Herhaling atoommassa

De massa van een waterstofatoom is 1,66*10^-27 kg

Niet zo handig...

Daarom is de atomaire massa-eenheid bedacht, dat is de u. 

1 u = 1,66*10^-27 kg = 1,66*10^-27 g

Herhaling atoommassa 

Atoommassa's  van ieder atoom kun je aflezen in 

het Periodiek systeem.

Zo is de massa van 

element P = 30,974 u. 

Welke atoommassa hoort bij welke atoom?

Na

Fe

C

O

Cl

35,45 u

16,00 u

55,85 u

22,99 u

12,01 u

Herhaling molecuulmassa's 

Hier tel je de atoommassa's bij elkaar op van alle atomen in één molecuul .

Voorbeelden: 

De molecuulmassa van NaCl = 1 x 22,99 + 1 x 35,45 = 58,44 u

De molecuulmassa van Al2O3 = 26,98 x 2 + 3 x 16,00 = 101,96 u

Bereken de molecuulmassa van koper(II)oxide (CuO)?

Bereken de molecuulmassa van koolstofdioxide (CO2)?

Begrippen van hoeveelheid

• Duo
• Een paar
• Kwartet
• Dozijn 
• Gros
• MOL !

Een dozijn eieren, kippen, olifanten of wat dan ook, het is altijd een vaste hoeveelheid.

Begrippen van hoeveelheid

• De mol is een vaste hoeveelheid.
  
• 1 mol = 6,02*1023 (deeltjes)

 

Dus 1 mol water bestaat uit evenveel deeltjes als 1 mol goud!

Herhaling molaire massa M (=molecuulmassa)

• De massa van 1 molecuul in u = Alle massagetallen bij elkaar opgeteld.
  

                    Molecuulmassa van 1 mol H2O =  ( 2 x H  +  1 x O ) =  

                                  ( 2x1,008 + 1x16,00) = 18,018 u  

• M =  De massa van 1 mol moleculen in gram

                  Molaire massa H2O = 18,018  g/mol

Herhaling molaire massa M (=molecuulmassa)

Molecuul	H 2 O	H 2 O 2	CuO	Fe
gram	18,02	34,02	79,54	55,85
mol	1	1	1	1
aantal deeltjes	6,022*10 23	6,022*10 23	6,022*10 23	6,022*10 23

Dus..

Reken Voorbeeld

Bereken de massa van 5,640 mol water.  

(MH2O) = 2 x 1,008 + 16,00 = 18,015 g/mol

Antwoord:

M = 18,015 g/mol,   n = 5,640 mol,  m = ?

m = n x M --> 5,640 mol x 18,015 g/mol = 101,6 g

m =  101, 6  gram H₂O

Hoeveel gram komt overeen met 5,3 mol NaCl?

1. 0,09 g
2. 11,03 g
3. 309,7 g
4. 150,45 g

Hoeveel mol komt overeen met 442 gram CO2?

1. 19,49 mol
2. 0,01 mol
3. 99,57 mol
4. 10,04 mol

Nu oefenen...

HW: Maak opdracht 1 t/m 5 van "Opdracht oefenen met massa en mol"