Dag 8 - T9 - Uiterlijk - Roze

Woordenschat
Thema 9:  Uiterlijk - DAG 8
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Woordenschat
Thema 9:  Uiterlijk - DAG 8

Slide 1 - Slide

woorden van vandaag
  1. vinden
  2. de vinger
  3. vooral
  4. de vrouw
  5. weinig
  6. wit(te)
  7. zichzelf
  8. ziek
  9. zien
  10. zwart

Slide 2 - Slide

vinden (ww)
  • leuk vinden, goed vinden, mooi vinden enz.
  • iets wat weg was, weer terugzien

  • TT - ik vind, jij vindt, wij vinden
  • VT - ik vond, wij vonden
  • VTD - ik heb gevonden

  • zin: Hij vindt haar jurk prachtig.
  • zin: Ik heb mijn bril gevonden
49

Slide 3 - Slide

de vinger (znw)
  • Aan je hand zitten vijf vingers
  • de vinger - de vingers

  • zin: Hij heeft pijn aan zijn vinger
50

Slide 4 - Slide

vooral
  • meer dan iets anders

  • zin: Ik hou van sporten, vooral voetballen  vind ik leuk. 
51

Slide 5 - Slide

de vrouw (znw)
  • man - vrouw

  • zin: Die vrouw heeft heel veel kleren.
  • zin: Veel vrouwen hebben lang haar.
52

Slide 6 - Slide

weinig
  • veel - weinig
  • niet veel - niet vaak

  • zin: Ik heb heel weinig geld.
  • zin: Vandaag hebben we weinig leerlingen in de klas. 
53

Slide 7 - Slide

wit(te) (bnw)
  • kleur - geen kleur

  • zin: Sneeuw is wit en koud.
  • zin: Mijn papier is wit.
  • zin: Ik houd van witte kleren, maar ze zijn snel vies.
54

Slide 8 - Slide

zichzelf

  • zin: De kat ziet zichzelf in de spiegel.
  • zin: Hij vindt zichzelf heel mooi.
55

Slide 9 - Slide

ziek(e) (bnw)
  • je niet goed voelen

  • zin: Hij is heel ziek, want hij moet steeds overgeven.
  • zin: Het zieke meisje blijft vandaag in haar bed.
56

Slide 10 - Slide

zien (ww)
  • we zien met twee ogen

  • TT - ik zie, jij ziet, wij zien
  • VT - ik zag, wij zagen
  • VTD - ik heb gezien

  • zin: Ik zie niks, want mijn bril is kapot. 
  • zin: Hij ziet een mooi gebouw.
57

Slide 11 - Slide


Een televisie voor 5 euro.
Dat is ...
53


A
vaak
B
vooral
C
weinig
D
veel

Slide 12 - Quiz

Maak een goede zin met de woorden:
wit en zien (ww).
54 + 57

Slide 13 - Open question

Wat vindt jouw buurman of buurvrouw van zichzelf?
55

Slide 14 - Open question

47 + 56
Wat hoort er bij elkaar?
ziek
veel snot
uiterlijk

Slide 15 - Drag question

Welke zin klopt?
57
A
Ik zie niets.
B
Hij zien niets.
C
Jij zie niets.
D
Zie jij niets.

Slide 16 - Quiz

50
Wat zijn de namen van je vingers?

Slide 17 - Mind map

Maak een goede zin met de woorden: vrouw en vinden (ww).
49
timer
1:30

Slide 18 - Open question