This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
Ga rustig zitten
Voor deze les:
Boek, schrift op tafel
IPAD in je tas
Hoe zit het ook alweer:
In je locker:
Telefoon
jas (of op de kapstok)
In het lokaal:
Opgeladen Ipad mee
Gevuld etui
Boeken en schrift mee
Steek vinger op bij vraag
Slide 1 - Slide
Thema 6 Mens en Milieu
B2
Voedselproductie
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
- Je kunt de oorzaken en gevolgen van eutrofiëring van water uitleggen en mogelijke oplossingen hiervoor aandragen.
- Je kunt uitleggen op welke manieren een optimale productie van voedsel kan worden verkregen en wat de eventuele gevolgen hiervan voor de natuur zijn.
- Je kunt de verschillen in de wijze van voedselproductie in de gangbare en de biologische landbouw beschrijven.
Slide 3 - Slide
Vermesting
= overbemesting van de bodem, waardoor er veel voedingsstoffen in het oppervlaktewater komt (verstoring evenwicht)
Eutrofiëring
Stalmest: via reducenten
Kunstmest (anorganisch)
Meer voedingsstoffen
--> algen in het voordeel --> minder licht, waterplanten gaan dood, algen kunnen goed groeien
--> nog meer nadeel.
Wanneer algen sterven --> afbraak door reducenten --> zuurstof gebrek water --> vissensterfte
Slide 4 - Slide
Stappenplan eutrofiëring
Er is eutrofiëring: teveel mineralen in het water
Door deze mineralen kunnen algen snel vermenigvuldigen: waterbloei
De laag algen blokkeert de doorgang van zonlicht naar planten op de bodem, waardoor de bodemplanten niet aan fotosynthese kunnen doen.
De bodemplanten gaan dood en worden afgebroken door reducenten, die hierbij zuurstof verbruiken
Zonder zuurstof gaan de vissen ook dood.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Bestrijding plagen en ziektes
Monocultuur = op grote oppervlakte één soort gewas verbouwen --> maakt efficiënt bewerken mogelijk
Nadelen:
Groot voedselaanbod en ontbreken natuurlijke vijand --> plagen
Makkelijke verspreiding ziektes
Oplossing?
(Preventieve) bestrijding: chemisch, mechanisch en biologisch
Slide 8 - Slide
Monocultuur
Wisselcultuur
Slide 9 - Slide
Chemische bestrijding
Pesticiden:
Insecticiden/herbiciden
Effectief
Soortspecifiek vs. niet-soortspecifiek
Nadelen:
Dood ook nuttige soorten
Resistentie
Persistent: zeer langzame afbraak --> accumulatie
Uitspoelen --> vervuiling drinkwater
Slide 10 - Slide
Probleem pesticiden: Accumulatie
Sommige pesticiden zijn persistent: kan niet of zeer langzaam natuurlijk worden afgebroken
De pesticiden hopen op door de voedselketen heen: Accumulatie
De biomassa neemt af in ieder trofisch niveau, maar de hoeveelheid pesticide blijft gelijk.
Toppredator krijgt hierdoor teveel pesticide binnenen kan ziek worden.
Slide 11 - Slide
Biologische bestrijding
Natuurlijke vijanden
Predatoren (= roofdieren)
Parasieten (bijv. sluipwespen bij witte vliegen)
Ziekteverwekkers (zoals bacteriën en schimmels)
Vruchtwissel:
ziekteverwekkers verdwijnen
betere benutting voedingsstoffen
Voordelen:
soort specifiek
geen accumulatie gifstoffen
geen resistentie
Nadeel:
Natuurlijke vijand niet plaatsgebonden
Slide 12 - Slide
Biologische bestrijding
Gebruik maken van natuurlijke vijanden.
Voorbeeld: last van witte vliegen?
Zet sluipwespen in om de witte vliegen uit te roeien
Slide 13 - Slide
Mechanische bestrijding
Slide 14 - Slide
maken
maak opdracht: 17, 18 en 19
timer
10:00
Slide 15 - Slide
Verandering van erfelijke eigenschappen
- Veredeling: selectie van gunstige
eigenschappen, zoals vruchtbaarheid,
voedingswaarde of opbrengst.
- Genetische modificatie.
Heeft ook nadelen. Verminderde
genetische variatie.
Slide 16 - Slide
Verbeteren landbouw
Biologische landbouw = landbouw met specifieke regels voor akkerbouw en veeteelt
Geen kunstmest en niet meer voedingsstoffen dan nodig
Vruchtwissel (geen monocultuur)
Natuurlijke vijanden tegen plagen
Biologisch geteeld veevoer
Standaard minimale leefruimte/welzijn
Geen preventieve antibiotica
Slide 17 - Slide
maak
opdracht 23, 25, 27,
timer
10:00
Slide 18 - Slide
Leerdoelen
- Je kunt de oorzaken en gevolgen van eutrofiëring van water uitleggen en mogelijke oplossingen hiervoor aandragen.
- Je kunt uitleggen op welke manieren een optimale productie van voedsel kan worden verkregen en wat de eventuele gevolgen hiervan voor de natuur zijn.
- Je kunt de verschillen in de wijze van voedselproductie in de gangbare en de biologische landbouw beschrijven.