P12 - Les 3 - Aangeboren afwijkingen urinewegen/nieren

P12 - Les 3
Aangeboren nierafwijkingen
1 / 48
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

P12 - Les 3
Aangeboren nierafwijkingen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Opfrissen
Hoe werkt de nier nu ook alweer?
Let goed op, na de video volgen er vragen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Hier zie je een Nefron, een filtertje uit de nieren waar we er wel 2 miljoen van hebben. Sleep de juiste naam naar de juiste plek
Verzamelbuisje
Lis van Henle
Glomerulus
Kapsel van bowman

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

eenvoudige tekening van nefron

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is de benaming van de kluwen van haarvaten in een nefron?
A
Kapsel van bouwman
B
Glomerulus
C
Eerste kronkelende buis
D
Tweede kronkelende buis

Slide 7 - Quiz

B
Glomerulus

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waar in het nefron vindt de actieve terugresorptie van vocht uit de voorurine plaats?
A
Glomerulus
B
Lis van Henle
C
Kapsel van Bowman
D
Nierbekken

Slide 9 - Quiz

B

terugresorptie vindt plaats in de lis van Henle
Ureum
Creatinine
Nefron
Glomerulus
Welke afvalstof in het bloed komt van voeding af
Welke afvalstof in het bloed komt van de spieren af?
Hoe wordt het zuiveringsstation van de nieren ook wel eens genoemd
Zo worden de kluwen van kleine bloedvaten genoemd die als functie hebben afvalstoffen afgegeven

Slide 10 - Drag question

1-a 2-b 3-c 4-d
In welke structuur bevindt zich vaak de oorzaak van proteïnurie?
A
Glomerulus
B
Proximale tubulus
C
Nierbekken
D
Ureter

Slide 11 - Quiz

A
De glomerulus wordt omsloten door:
A
het nierkapsel
B
de nierkelkjes
C
het kapsel van Bowman

Slide 12 - Quiz

C
Nefron

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

In de glomerulus vindt de resorptie van vocht uit de voorurine plaats
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

B
resorptie vindt plaats in de niertubulus
timer
5:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Lesopdracht 2
  • je krijgt een nummer
  • vorm een groepje met studenten met hetzelfde nummer

  • Ga naar Teams - Bestanden - Periode 12 - Pathologie nieren lesopdracht
  • Werk de vragen uit in het document van jouw groepje
(10 minuten)
  • Presenteer jullie antwoorden voor de klas
(ca 4 minuten) 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aandoeningen:
  • Acute postinfectieuze glomerulonefritis
  • Nefrotisch syndroom 
  • Vesico ureterale reflux
  • Multicysteuze dyspastische nieren
  • Tubulo-interstitiële nefritis (TIN)
  • Hydronefrose
timer
7:00
timer
2:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Uitwerkingen
Helemaal aan het einde van deze LessonUp kan je sheets vinden met daarop de verschillende ziekbeelden worden behandeld. 
Deze kan je thuis doornemen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Morgen
Nierfalen
Dialyse
Transplantatie

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Deze LessonUp helemaal doornemen 
(let op de sheets en video's die hierna komen!)
Lees:
IGC H9 - pag 438 t/m 455
Maak:
opdracht 1, 2  en 3 af (opnieuw open in Teams)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

congenitale nierafwijkingen
posterieure urethrale kleppen
afwijkende ligging
hoefijzernier
hypoplastische nier
dysplastische nier
multicysteuse dysplastische nieren
nieragenesie

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hier zie je een Nefron, een filtertje uit de nieren waar we er wel 2 miljoen van hebben. Sleep de juiste naam naar de juiste plek
Verzamelbuisje
Lis van Henle
Glomerulus
Kapsel van bowman

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

  • TERUGRESORPTIE
                 +                               IN REST NEFRON
  • UITSCHEIDING

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Vesico-ureterale reflux 
Urine stroomt verkeerde kant op

Oorzaak 
kind: aangeboren afwijking
volwassen: tumor, urinesteen

Slide 35 - Slide

Bij vesico-ureterale reflux vloeit urine terug van de blaas naar de nieren. Normaal gezien stroomt de urine van de nieren naar de blaas, maar bij vesico-ureterale reflux ontstaat tweerichtingsverkeer.
In de meeste gevallen wordt de reflux veroorzaakt door een aangeboren afwijking (primaire reflux). Minder frequent zijn de gevallen waarin de druk in de blaas te hoog is (secundaire reflux).
Figuur: normale richting van urinestroom (blauw) en de urinestroom bij vesico-ureterale reflux (rood).
De graad van reflux wordt uitgedrukt volgens een internationale classificatie. De graad bepaalt hoe ernstig het probleem is en hoe het wordt aangepakt. Die graad kan vastgesteld worden aan de hand van een cystografie.
WANNEER DENKEN AAN VESICO-URETERALE REFLUX?
Wanneer uw kind op jonge leeftijd meer dan één urineweginfectie (zoals een nierontsteking) doormaakt, moet als mogelijke oorzaak worden gedacht aan vesico-ureterale reflux.
Niet alle kinderen met deze afwijking hebben last van urineweginfecties. De afwijking kan ook toevallig worden vastgesteld tijdens echografisch onderzoek:
voor de geboorte: tijdens een prenatale echografie bij de gynaecoloog
tijdens een echografie die om andere medische redenen wordt uitgevoerd
tijdens een controle-echografie, omdat de afwijking al werd vastgesteld bij mama/papa of broer/zus.
WAT ZIJN DE GEVOLGEN?
Het terugvloeien van urine naar de nieren kan twee problemen doen ontstaan. Enerzijds kan de druk in de nieren te hoog worden. Daardoor kan littekenweefsel worden gevormd en zullen de nieren op termijn minder goed functioneren. Anderzijds kunnen bacteriën uit de blaas in de nieren terechtkomen en zo ernstige nierinfecties veroorzaken.
HOE KAN DE AANDOENING WORDEN BEHANDELD?
Er bestaan verschillende behandelopties. De keuze hangt af van de specifieke situatie. Een ingreep is niet altijd nodig: reflux die op jonge leeftijd wordt vastgesteld kan ook nog spontaan verdwijnen tijdens de eerste levensjaren.
De mogelijke opties voor uw kind zullen uitvoerig door de kinderuroloog worden uitgelegd. Vanzelfsprekend wordt de definitieve keuze samen met u – als ouders – gemaakt.
De verschillende behandelopties:
Afwachtende houding: als de kinderuroloog de kans op spontane genezing hoog inschat of als de reflux laaggradig is. Uw kind wordt dan regelmatig opgevolgd. Bij het minste teken van een nieuwe urineweginfectie wordt een urinestaal genomen. Vervolgens wordt een antibioticabehandeling opgestart.
Medicatie: uw kind neemt dagelijks een lage dosis antibiotica in. Dat verlaagt de kans op nieuwe urineweginfecties.
Injectie via een kijkoperatie: tijdens een kijkoperatie wordt een volumineuze stof ingespoten onder de urineleiders langs het plaskanaal. Daardoor wordt het klepmechanisme hersteld dat ervoor moet zorgen dat de urine niet naar de nier kan terugstromen.
Operatie: de urineleiders worden losgemaakt van de blaas en weer ingeplant, op zo'n manier dat de reflux naar de nieren wordt verhinderd. Daardoor wordt het klepmechanisme hersteld.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Cystenieren

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Video

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Cystenieren

  • nierfalen rond 60e
  • 70% dialyse/transplantatie nodig
  • remmende medicatie mogelijk
  • autosomaal dominante polycysteuze nierziekte (ADPKD)
  • Tolvaptan

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Video

This item has no instructions