Hoofdstuk 2: Spieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 2: Spieren

Na deze les weet je:

Leerdoelen:

1. Hoe spieren je helpen bij beweging

Spieren zorgen voor beweging.

2. Hoe spieren zijn opgebouwd

Spieren hebben een bepaalde structuur.

3. Wat antagonisten zijn (tegenovergestelde spieren)

Biceps en triceps werken samen.

Spieren

• Je hebt ongeveer 650 spieren in je lichaam die het hele skelet bedekken. ​
  
• Een spier zit met pezen vast aan het bot.​
• Een spier kan samentrekken, dan wordt hij korter en dikker.

Armspieren​

Biceps:

Samentrekking korter en trekt aan de pees van het spaakbeen.

Resultaat: Arm buigt.

Triceps:

Lang en dun als de arm gebogen is.

Bij strekken: Korter en dikker, terwijl de biceps wordt uitgerekt.

Hoe ziet een spier eruit?

• Spierschede: Stevige omhulsel van de spier.
• Spierbundels: Groepjes binnen de spier, elk met een laagje.
• Pezen: Verbinden spierbundels met botten.
• Spiervezels: Lange, dunne cellen binnen de spierbundels.
• Wandjes: Kleine wandjes in het midden van elke spiervezel.

Samentrekken en ontspannen​

• Biceps: spieren aan de voorkant van de bovenarm.
• Triceps: spieren aan de achterkant van de bovenarm.
• Biceps zijn minder zichtbaar.
• Biceps spant aan bij het buigen van de arm.
• Triceps spant aan bij het strekken van de arm.

Wat gebeurt er als je traint​

Je doet aan krachttraining.

• Na een tijd worden je spieren moe, en moet je stoppen.
• Spieren hebben rust nodig om te herstellen.
• Na de rust ga je weer trainen om je spieren sterker te maken.
• Als je niet traint, worden je spieren weer zwakker.

Lenigheid en coördinatie​

• Lenigheid maak je beter door je spieren en pezen langer te maken.
• Dat doe je met rek- en strekoefeningen.
• Coördinatie is hoe je spieren op de juiste manier samenwerken.
• Door te trainen onthoud je de bewegingen beter en ga je sneller.

Aan de slag:

Lees en maak de leerdoelen in je portal