Les 40 en 41 Onregelmatige + Engelse werkwoorden

- nakijken les 39
- terugblik vorige les
 - uitleg les 40 onregelmatige  werkwoorden
- inoefenen
- zelf aan de slag
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

- nakijken les 39
- terugblik vorige les
 - uitleg les 40 onregelmatige  werkwoorden
- inoefenen
- zelf aan de slag

Slide 1 - Slide

Nakijken 

- les 39 opdracht 1 t/m 9 -

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Wat is een voltooid deelwoord?

Slide 4 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 5 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 6 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 7 - Open question

Les 40 
onregelmatige werkwoorden = sterke werkwoorden

Je leert onregelmatige werkwoorden correct spellen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welk onregelmatig werkwoord zit in deze zin?
'Hij heeft zich totaal in de tijd vergist.'
A
Hij
B
heeft
C
tijd
D
vergist

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'zijn'?
A
ik ben, jij is, hij is, wij bennen
B
ik is, jij is, hij is, wij zijn
C
ik ben, jij bent, hij is, wij zijn
D
ik ben, jij bent, hij bent, wij bennen

Slide 15 - Quiz

Vul de persoonsvorm (TT) in met een onregelmatig werkwoord: 'Mijn opa ..... je niet horen, hij is doof'

Slide 16 - Open question

Zelfstandig werken
Wat?
Les 40 opdracht 1, 4, 6, 7, 11 en 12 op blz. 84 en 85
Hoe?
Lees uitleg op bladzijde 84
Tijd?
Tot einde van de les.
Klaar?
Stillezen, huiswerk/leren ander vak

Slide 17 - Slide

Vul de persoonsvorm (TT) in met een onregelmatig werkwoord: 'Je .... moe zijn na die lange reis'

Slide 18 - Open question

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Misschien wil de leraar ons helpen.

Slide 19 - Open question

Wat gaan we doen....

- nakijken les 40
- terugblik
 - uitleg les 41: Engelse  werkwoorden
- inoefenen
- zelf aan de slag

Slide 20 - Slide

Nakijken 


- les 40 
opdracht 1, 4, 6, 7, 11 en 12

Slide 21 - Slide

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Kim vraagt: 'Mogen we het samen doen?'

Slide 22 - Open question

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'hebben'?
A
ik heb, jij hebt, hij hebt, wij hebben
B
ik heeft, jij heeft, hij heeft, wij heven
C
ik heb, jij heeft, hij heeft, wij hebben
D
ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben

Slide 23 - Quiz

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Selma zegt boos: 'Zij hebben het ook niet gedaan!'

Slide 24 - Open question

Wat zijn de onregelmatige werkwoorden? Het zijn er zes!

Slide 25 - Open question

Engelse werkwoorden vervoegen

Je leert Engelse werkwoorden correct spellen

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Zelfstandig werken
Wat?
Maken les 41 opdracht 1 t/m 5 en 7, blz. 86 en 87
Hoe?
Lees uitleg op bladzijde 86
Tijd?
Tot einde van de les.
Klaar?
Stillezen, huiswerk/leren ander vak

Slide 33 - Slide

Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de tegenwoordige tijd: Hij ... (timen)
A
timet
B
timt

Slide 34 - Quiz

Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de verleden tijd: Hij ... lunchen
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde

Slide 35 - Quiz

Engelse werkwoorden vervoegen
Kies de juiste schrijfwijze:
A
Hij gamet de hele dag.
B
Hij gamed de hele dag.
C
Hij gamt de hele dag.
D
Hij gamd de hele dag.

Slide 36 - Quiz

Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm tegenwoordige tijd. Mijn vriendje (skaten)
A
skatet
B
skate
C
skated

Slide 37 - Quiz