Par 3.3_Prop_prog_degr variabele kosten

Agenda les
  • klassikaal checken leerdoelen par 3.2
  • bespreken opdracht 3.7
  • leerdoelen par 3.3 
  • uitleg par 3.3 
  • Leerdoelen par 3.4 deel 1
  • Uitleg par 3.4 deel 1
  • Zelf aan de slag 
  • uitwerkingen opdracht 3.1 t/m 3.9
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Agenda les
  • klassikaal checken leerdoelen par 3.2
  • bespreken opdracht 3.7
  • leerdoelen par 3.3 
  • uitleg par 3.3 
  • Leerdoelen par 3.4 deel 1
  • Uitleg par 3.4 deel 1
  • Zelf aan de slag 
  • uitwerkingen opdracht 3.1 t/m 3.9

Slide 1 - Slide

Leerdoelen par 3.2
  • Je weet waarom bedrijven afschrijven op VA en kunt de afschrijvingskosten berekenen.
  • Je kent het verschil tussen variabele en vaste kosten en kunt er voorbeelden van noemen.
  • Je kunt de kostprijs per product berekenen.
  • Je kunt de winstmarge van een product berekenen.

Slide 2 - Slide

Kostprijs van een product
TVK
= Totale variabele kosten
TCK
= Totale Constante Kosten
TK
= Totale kosten = TVK + TCK
GVK
= Gemiddelde variabele kosten = TVK/q
GCK
= Gemiddelde Constante kosten = TCK/q
GTK
= Gemiddelde Totale kosten = Kostprijs

Slide 3 - Slide

Bespreken opdracht 3.7 deel 1
  • Afschrijvingskosten € 7.500 per maand, kosten admininstratie €10.000,-
  • Loonkosten € 2,50 en materiaalkosten 5,- per spijkerbroek
  • productiecapaciteit 15.000 spijkerbroeken
  • Vergelijking TCK, TVK en TK?
  • TCK= 17.500 en TVK = 7,50q > TK= 7,50q+17.500
  • Vergelijking GCK, GVK en GTK?
  • GCK= 17.500/q en GVK= 7,50 > GTK= 7,50 + 17.500/q

Slide 4 - Slide

TCK= 17.500
TVK= 7,50q
TK = 2 lijnen bij elkaar
3.7 d

Slide 5 - Slide

Opdracht 3.7 deel 2

Slide 6 - Slide

3.7 i

Slide 7 - Slide

Leerdoelen par 3.3
  • Je kunt in eigen woorden het verschil tussen proportioneel, progressief en degressief variabele kosten omschrijven.
  • Je kunt de variabele kosten per eenheid product bij deze 3 vormen berekenen en schetsen in een grafiek.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Leerdoelen par 3.4 deel 1
  • Je kunt de break-even afzet (BEA) en break-even omzet (BEO) berekenen.
  • Je kunt de variabele kosten per eenheid product bij deze 3 vormen berekenen en schetsen in een grafiek.
  • Je kunt winst en verlies van een onderneming aflezen in een grafiek.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Manier 1: TO=TK
  • TO=  5q en TK=1q+400.000
  • TO=TK > 5q=1q+400.000 > 4q=400.000 > q= 100.000 = BEA
  • BEO= BEA x verkoopprijs = 100.000 x 5= € 500.000

Slide 16 - Slide

Manier 2: dekkingsbijdrage
  • staat niet in het boek
  • dekkingsbijdrage per product= VP- variabele kosten
  • dekkingsbijdrage= 5-1= €4,-
  • BEA= constante kosten/ dekkingsbijdrage
  • BEA= 400.000/4= 100.000 stuks
  • BEO= 100.000 x 5 = € 500.000

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Maak opgave 3.10 en 3.11
  • Je hebt 15 minuten voor beide opdrachten
  • Hoe:
    - stil en zelfstandig 1e 5 minuten
    - na 5 minuten fluisterend overleg 2-tal naast elkaar toegestaan.
    - na 5 minuten ook hulp docent toegestaan (hand omhoog)
    - online of in je schrift
  • Klaar: begin alvast met opgave 12
timer
20:00

Slide 19 - Slide

Zelf aan de slag
  • Lees paragraaf 3.3 
  • Maak opdrachten par 3.3 (opdracht 3.5 t/m 3.7)
  • Lees paragraaf 3.4 deel 1 t/m blz 38 tot boven opdracht 3.12
  • Maak opdracht 3.8 t/m 3.12

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Opdracht 3.8 b

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide