26/9 2.3.2 en 2.3.3

2.3.2 en 2.3.3
2.3.2 Red de troon
2.3.3 Parlementaire monarchie
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.3.2 en 2.3.3
2.3.2 Red de troon
2.3.3 Parlementaire monarchie

Slide 1 - Slide

Wat was koning Willem II?
A
Conservatief
B
Liberaal
C
Socialistisch

Slide 2 - Quiz

Koning Willem II werd in 1848:
A
van zeer conservatief naar liberaal
B
van zeer liberaal naar conservatief
C
van zeer sociaal naar liberaal
D
van zeer liberaal naar socialist

Slide 3 - Quiz

Het belangrijkste motief van Willem II voor de grondwet was...
A
Dat hij vreesde voor revoluties
B
Dat hij gedwongen werd door Thorbecke
C
Dat hij een eerlijke positie voor de burger wilde
D
Dat hij dit het beste vond voor Nederland

Slide 4 - Quiz

Koning Willem II ...
A
bepaalde wie er in de volksvertegenwoordiging zat
B
maakt uit hoe er wordt geregeerd. Er is wel een Tweede Kamer, met mannen die door Nederlanders zijn gekozen,
C
komt in opstand
D
krijgt opdracht een nieuwe grondwet te schrijven.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

1848: chaos in Europa
Aardappelziekte:
- tekort aan eten
- besmettelijke ziektes
- strenge winter 

Revoluties breken uit. Ook in Den Haag 
(woont Willem II)

Slide 7 - Slide

Nieuwe grondwet
Johan Willem Thorbecke 

Herschrijft de Grondwet
- Koning krijgt minder macht

Slide 8 - Slide

Parlementaire monarchie
Belangrijke veranderingen:
- Tweede Kamer rechtstreeks gekozen door bevolking
(belasting betalende mannen vanaf 23 jaar)
- Tweede Kamer: wetgevende macht
- Tweede Kamer: Recht van Initiatief en Recht van Amendement
(voor 1848 alleen de koning)
- Eerste Kamer: minder machtig
(mag alleen wetten goed of afkeuren)



Slide 9 - Slide

En de regering?
- Verslag uitbrengen aan Tweede en Eerste Kamer
(niet meer verantwoording afleggen aan de koning)
- Meerderheid in parlement nodig

Koning is onschendbaar geworden
Maart 1849: Willem II sterft. Willem III volgt hem op. 

Slide 10 - Slide

Opdrachten maken
2.3.2
Opdrachten 4 en 5
2.3.3
Opdrachten 7, 8 en 9

Slide 11 - Slide