Tegenargumenten en weerleggingen

Tegenargumenten en weerleggingen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tegenargumenten en weerleggingen

Slide 1 - Slide

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden 
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Slide 2 - Slide

Noem 3 signaal woorden die te maken hebben met tijd

Slide 3 - Open question

Noem 1 signaal woorden die te maken hebben met een tegenstelling

Slide 4 - Open question

Noem 2 signaal woorden die te maken hebben met doel-middel

Slide 5 - Open question

Noem 2 signaal woorden die te maken hebben met een verklaring

Slide 6 - Open question

Noem 3 signaal woorden die te maken hebben met een samenvatting/conclusie

Slide 7 - Open question

Argumenteren, wat weet je nog? 
In de vorige periode hebben we uitgebreid aandacht geschonken aan de argumentatieleer. Wat heb je ervan onthouden? We gaan een woordweb invullen. 

Slide 8 - Slide

Lesplanning
Herhalen
Theorie Lezen 
Oefenen
Huiswerk deze week

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet weer welke argumentatiestructuren er zijn
  • Je kunt onderscheid maken tussen standpunt, argument, tegenargument en weerlegging
  • Je kunt een argumentatie met tegenargumenten weergeven in een schema
  • je kunt een betoog houden

Slide 10 - Slide

wat is argumenteren?

Slide 11 - Mind map

Wat is een tegenargument?

Slide 12 - Mind map

Wat is een weerlegging?

Slide 13 - Mind map

Betoog
Een betogende tekst heeft de volgende elementen:
Een stelling
Argumenten voor de stelling
Een tegenargument
Een weerlegging van een tegenargument

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal

Slide 16 - Slide

Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid

Slide 17 - Slide

Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid

Slide 18 - Slide

Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid
Dat valt best mee, want er zijn zat andere zaken in het lokaal die je kunnen afleiden

Slide 19 - Slide

Tegenargument en weerlegging
Mobiele telefoons moeten verboden worden in het lokaal
want het zorgt ervoor dat je minder snel bent afgeleid
De school heeft daar niets over te zeggen, het is je eigen verantwoordelijkheid
Dat valt best mee, want er zijn zat andere zaken in het lokaal die je kunnen afleiden
Standpunt
Argument
Tegenargument
Weerlegging

Slide 20 - Slide

Tegenargument en weerlegging
Tegenargument = tegen het standpunt

Weerlegging = (tegen)argument onderuithalen

Slide 21 - Slide

Tegenargument en weerlegging

Slide 22 - Slide

opdracht
Groep A: jullie gaan een debat voeren. Let hierbij op signaalwoorden.
kies uit de volgende argumenten:


Groep B : verder met instructie

Slide 23 - Slide

instructie groep B
Signaalwoorden voor tegenargumenten zijn woorden die een tegenstellend verband aangeven.
Ze worden gebruikt om een argument of een standpunt te weerleggen of te nuanceren.

Voorbeelden van signaalwoorden voor tegenargumenten zijn:
maar, echter, toch, wel
hoewel, ondanks, weliswaar, ofschoon
integendeel, daarentegen, tegenover
in tegenstelling tot
aan de ene kant … aan de andere kant

Slide 24 - Slide

Noem voorbeelden van signaalwoorden voor tegenargumenten.

Slide 25 - Mind map

Evaluatie
Hoe ging de les?
Wie heb jij om hulp gevraagd?
Hoe was het om  een debat te voeren aan de hand van tegenargumenten en weerleggingen?
Huiswerk: maken opdrachten..uit jullie boek

Slide 26 - Slide