Introductieles LOB loopbaancompetentie

Loopbaanoriëntatie 


Introductie 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Loopbaanoriëntatie 


Introductie 

Slide 1 - Slide

Michaela DePrince

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Je bent een duivelskind 
Zwarte meisjes kunnen geen ballerina’s zijn
Ze is te lelijk om geadopteerd te worden
Jij kunt geen Zwanenmeer dansen; zwarte zwanen bestaan niet
Jij bent nummer 27, je bent het minst waardevol
Michaela DePrince

Slide 4 - Slide

Wat wilde jij vroeger worden? 

Wat zou jij doen als geld niet uit zou maken?

Welke les vond jij het leukst vroeger?

Wat deed jij als klein kind graag?



Bespreek met elkaar 

Slide 5 - Slide

Wat wilde jij vroeger worden? 

Wat zou jij doen als geld niet uit zou maken?

Welke les vond jij het leukst vroeger?

Wat deed jij als klein kind graag?



Bespreek met elkaar 
Waarom ben je dat niet geworden? 

Slide 6 - Slide

Loopbaanoriëntatie 

Slide 7 - Slide

Neem zelf de leiding 


Waar wil je naartoe?
Wat heb je nodig?
Wie heb je nodig?
Loopbaanoriëntatie 

Slide 8 - Slide

Waarom moet je leren?
65% van de basisschoolleerlingen hebben straks banen die nu nog niet bestaan! 

De medewerker van de toekomst zal zich steeds mee moeten groeien met bijvoorbeeld technologie om de ontwikkelingen bij te kunnen houden.

Slide 9 - Slide

Jezelf opnieuw uitvinden

“Wat vind ik belangrijk?”
"wat vind ik leuk?" 
“Welke vaardigheden heb ik nodig?”

Slide 10 - Slide

Ik heb zelf de verantwoordelijkheid om een opleiding te kiezen die bij me past

Slide 11 - Open question

Jezelf opnieuw uitvinden


“Wat vind ik belangrijk?”
"wat vind ik leuk?"
“Welke vaardigheden heb ik nodig?”
Daar gaan we de komende lessen mee aan de slag!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

- Elke week 1 competentie

Loopbaancompetenties 

Slide 14 - Slide

Les 3
Les 5 
Les 4
Les 1 - Introductie 
Les 6
Les 2
Kwaliteitenreflectie (weten wat je kunt)
Dit betekent dat je nadenkt over wat je goed kunt en waar je beter in kunt worden. Het gaat erom te ontdekken welke vaardigheden je al hebt en wat je nog moet leren.
Motievenreflectie (weten wat je leuk vindt)
Hierbij denk je na over wat je leuk vindt om te doen en waarom je dat leuk vindt. Het helpt je om te ontdekken wat voor werk bij je past.
Werkexploratie (ontdekken wat voor opleidingen er zijn)
Dit betekent dat je onderzoekt welke soorten opleidingen er zijn en door welke scholen ze worden aangeboden. Hier ga je echt op onderzoek uit.
Netwerken (contacten leggen met mensen die je kunnen helpen)
Dit gaat over het opbouwen van contacten met mensen die je kunnen helpen bij je werk en loopbaan. Door een goed netwerk van mensen te kennen, kun je makkelijker werk vinden of meer leren over je vak.
Loopbaansturing (zelf keuzes maken over je werk)
Dit betekent dat je zelf de regie neemt over je loopbaan en keuzes maakt die passen bij wat je wilt en kunt. Je bepaalt welke stappen je neemt om je doelen te bereiken.


Slide 15 - Drag question

Kwaliteitenreflectie - Wat kan ik?
Presenteren, opdrachten maken, geduld, creatief zijn 
Motievenreflectie - Wat vind ik leuk?
Werken met mensen, betrokkenheid, samenwerken, betekenisvol werk
Werkexploratie - Wat heb ik gedaan om erachter te komen of dit bij me past?
Dag meelopen, inlezen in het beroep, uitzoeken wat ik moet doen om voor de klas te mogen staan 
Netwerken - Welk netwerk heb ik gebruikt? 
Collega's vragen stellen 
Loopbaansturing - Welke stappen ga ik nemen om het einddoel te bereiken?
Ik moet een plan maken: Ik moet gesprekken aangaan, een sollicitatiebrief schrijven, inzicht krijgen in mijn eigen motivatie, mij inschrijven voor een docentenopleiding.  Zelf de leiding genomen!

Mijn weg naar docent van de Plusklas 

Slide 16 - Drag question

Kwaliteiten reflectie
Motieven
reflectie 
Loopbaan
sturing 
Netwerken
Loopbaan
exploratie 
Ik heb bedacht waar ik goed in ben, zoals organiseren. 
 Ik kwam erachter dat ik het leuk vind om feestjes te organiseren
Ik heb rondgekeken bij verschillende opleidingen en gesproken met leraren.
Ik heb een plan gemaakt om naar een school te gaan voor evenementenmanagement.
Ik heb gepraat met mensen die al werken in de evenementenwereld. 

Slide 17 - Drag question

Aan de slag 
Wie? Zelfstandig
Wat? Filmopdracht

Schrijf de 5 loopbaanvragen op je blaadje en beantwoord de vijf loopbaanvragen voor de hoofdpersoon van de film 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Aan de slag 
Wie? Zelfstandig
Wat? De opdrachten uit het werkboek van week 1
Klaar? Pak een boek/tijdschrift/spel


Slide 21 - Slide

Ik vind het leuk om naar school te gaan 
Oneens
Eens

Slide 22 - Slide

Ervaring op doen op stage is belangrijker dan de lessen op school 
Oneens
Eens

Slide 23 - Slide

Het is belangrijk om op tijd na te denken over wat je later wil gaan doen 
Oneens
Eens

Slide 24 - Slide

Loopbaanoriëntatie LOB 

Slide 25 - Slide

Aan de slag 
Wie? Zelfstandig
Wat? Vragenlijsten invullen 

Scan de QR code 
En vul de volgende code in: 55EBNC






Slide 26 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Wat is LOB? + stellingen 
  2. Wat zijn de 5 LOB competenties?
  3. Filmpje "butterfly circus" 
  4. Werkboek 
  5. Afsluiten 

Slide 27 - Slide

Aan de slag! 
Wie? Groepjes van ongeveer 4 
Wat? kies 2 stellingen per groepje
Hoelang? 5 minuten per stelling 

1. Bedenk eerst voor jezelf wat jouw mening is over de stelling en schrijf deze op
2. Ga met elkaar in gesprek over de stelling
3. We bespreken klassikaal de uitkomsten 
• Het is leuk om nieuwe dingen te leren
• Wat studenten echt willen leren, wordt niet aangeboden op scholen 
• Iedereen heeft recht op onderwijs
• Wij moeten gelukkig zijn met het onderwijs in Nederland 
• Scholen zouden zich meer moeten focussen op “hoe” je moet leren, dan op “wat” je moet leren


timer
10:00

Slide 28 - Slide

Wat wil jij nog leren? En waarom?

Slide 29 - Open question

Pauze 

Slide 30 - Slide

Jezelf opnieuw uitvinden


“Wat vind ik belangrijk?”
"wat vind ik leuk?"
“Welke vaardigheden heb ik nodig?”
Daar gaan we mee aan de slag de komende lessen!

Slide 31 - Slide

Pauze 

Slide 32 - Slide

Criteria
Onvoldoende
Voldoende
Goed
1. Uitleg loopbaancompetenties
Geeft geen duidelijke uitleg over de loopbaancompetenties.
Geeft een basisuitleg, maar kan duidelijker.
Geeft een duidelijke uitleg met voorbeelden.
2. Reflectie op voorgaande acties
Toont geen reflectie op wat er eerder is gedaan voor de loopbaanontwikkeling.
Geeft enige reflectie, maar niet diepgaand genoeg.
Geeft een diepgaande reflectie met inzichten en verbeterpunten.
3. Formuleren van nieuwe doelen
Kan geen duidelijke nieuwe doelen opstellen voor de loopbaanontwikkeling.
Stelt enkele doelen op, maar ze zijn niet erg specifiek.
Stelt duidelijke, specifieke nieuwe doelen op.
4. Concrete voorbeelden van ondernomen acties
Kan geen concrete voorbeelden geven van ondernomen acties voor loopbaanontwikkeling.
Geeft enkele voorbeelden, maar ze zijn vaag of onnauwkeurig.
Geeft concrete en specifieke voorbeelden van ondernomen acties.
5. Integratie van feedback
Negeert ontvangen feedback over loopbaanontwikkeling.
Neemt enkele punten van de feedback op, maar niet alles.
Neemt effectief feedback op met verbeterpunten voor actie.

Slide 33 - Slide

Op welke competentie score jij het best?
A

Slide 34 - Quiz

Aan welke competentie moet jij nog werken?
A

Slide 35 - Quiz

Volgende week 

Slide 36 - Slide

Afsluiting 
Vragen-vertellen-verwoorden (VVV)
1. Maak tweetallen
2. Interview elkaar over de loopbaancompetenties en bespreek de vraag "met welke competentie wil jij aan de slag?"
3. In de klassikale afronding moet je het antwoord van je tweetal kunnen samenvatten en toelichten 

Slide 37 - Slide