What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
V4beco5 Balansmutaties en herhaling opstellen balans
Balans opstellen
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Balans opstellen
Slide 1 - Slide
LessonUp
De eerste opdracht:
Sleep de categorieën naar de juiste plek op de balans.
Slide 2 - Slide
timer
0:45
Liquide middelen
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Vaste activa
Vlottende activa
Slide 3 - Drag question
Opdracht 2
Sleep de verschillende balansposten naar de juiste categorie.
Slide 4 - Slide
Liquide middelen
Vaste activa
Vlottende activa
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang
vreemd vermogen
Gebouw
Bedrijfsterrein
Rabobank rekening
Kas
Debiteuren
Aandelen
Lening (5 jaar)
Hypothecaire lening
Crediteuren
Lening (<1 jaar)
Slide 5 - Drag question
Onder welke categorie valt een bedrijfsauto?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Vlottende activa
D
Vaste activa
Slide 6 - Quiz
Wat is de beste omschrijving van vlottende activa?
A
Activa die langer dan één periode of jaar meegaan
B
Activa die minder dan één periode of jaar meegaan
C
Activa die precies één periode of jaar meegaan
D
Activa die één periode meegaat
Slide 7 - Quiz
Wat is eigen vermogen?
Geef de betekenis.
Slide 8 - Open question
Balansmutaties
Veranderingen van balansposten
Slide 9 - Slide
De balans moet in balans blijven
Een
stijging
van een balanspost heeft gevolgen
Een balanspost aan
dezelfde
kant
daalt
Een balanspost aan de
andere
kant
stijgt
Een combinatie van
dezelfde
kant
daalt
en de
andere
kant
stijgt
kan ook voorkomen
Slide 10 - Slide
Voorbeeld
Een bedrijf koopt voorraad voor €1.000,- en betaalt cash.
Verandering activa €0 en verandering passiva €0
Slide 11 - Slide
Voorbeeld
Een bedrijf koopt voorraad voor €1.000,- en betaalt op een later moment. (Ze koopt op rekening)
Verandering activa €1.000,- en verandering passiva €1.000,-
Slide 12 - Slide
Voorbeeld
Een bedrijf koopt voorraad voor €1.000,-. Ze betaalt cash €250,- en koopt de rest op rekening.
Verandering activa +€750 en verandering passiva +€750
Slide 13 - Slide
Wat is het gevolg voor de balans als een bedrijf aflost op een hypothecaire lening?
A
Eigen vermogen stijgt Liquide middelen stijgt
B
Eigen vermogen daalt Liquide middelen daalt
C
Lang vreemd vermogen daalt Liquide middelen stijgt
D
Lang vreemd vermogen daalt Liquide middelen daalt
Slide 14 - Quiz
Welke balansmutaties vinden er plaats?
Als:
De onderneming verkoopt goederen op rekening voor €14.200. De inkoopwaarde is €9.400.
A
Debiteuren +€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
B
Debiteuren -€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
C
Debiteuren +€14.200 Voorraad -€14.200
D
Debiteuren +14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen-€4.800
Slide 15 - Quiz
Hoe ziet dit eruit?
Verschil tussen verkoop en inkoop = brutowinst
Dit komt terecht in het eigen vermogen.
Slide 16 - Slide
Welke balansmutaties vinden er plaats?
Betaling per bank aan crediteuren €14.000.
A
Kas -€14.000 Crediteuren +€14.000
B
Kas -€14.000 Crediteuren -€14.000
C
Bank -€14.000 Crediteuren -€14.000
D
Bank -€14.000 Crediteuren +€14.000
Slide 17 - Quiz
Hoe ziet dit eruit?
Betaling dus bank daalt.
Crediteuren (schuld) daalt, want er wordt afgelost.
Slide 18 - Slide
Welke balansmutaties vinden er plaats?
Per kas gekocht goederen €1.400.
A
Voorraad -€1.400 Kas -€1.400
B
Voorraad +€1.400 Kas -€1.400
C
Voorraad -€1.400 Crediteuren -€1.400
D
Voorraad -€1.400 Crediteuren +€1.400
Slide 19 - Quiz
Hoe ziet dit eruit?
Betaling via kas, dus kas daalt.
Er wordt voorraad gekocht, dus voorraad stijgt.
Slide 20 - Slide
Welke balansmutaties vinden er plaats?
Betaald per kas diverse kosten €2.200.
A
Kas -€2.200 Eigen vermogen -€2.200
B
Kas -€2.200 Kosten +€2.200
C
Kas -€2.200 Vreemd vermogen +€2.200
D
Kas +€2.200 Kosten -€2.200
Slide 21 - Quiz
Hoe ziet dit eruit?
Kosten betaald per bank, dus kas daalt.
Opbrengsten en kosten komen in het eigen vermogen terecht. Bij kosten, daalt het eigen vermogen.
Slide 22 - Slide
Verband Balans en Nettowinst
Vorige les:
Brutowinst = omzet - inkoopwaarde van de omzet
Nu de volgende stap:
Nettowinst = brutowinst - alle andere kosten
Dit wordt verwerkt in het eigen vermogen van de onderneming.
Slide 23 - Slide
Verband Balans en Nettowinst
Dit wordt verwerkt in het eigen vermogen van de onderneming.
Opbrengsten > kosten = winst. Het eigen vermogen stijgt.
Opbrengsten < kosten = verlies. Het eigen vermogen daalt.
Slide 24 - Slide
Balans en WenVrekening
Op de balans zien we een moment opname
In de Winst en Verliesrekening zien we een periode
Winst en verlies worden verwerkt in het eigen vermogen.
Als je wil weten hoe het eigen vermogen veranderd is, dan kijk je op de winst-en-verliesrekening.
Slide 25 - Slide
Balans en WenVrekening
Slide 26 - Slide
Aan de slag
Maak 3.4, 3.5 en 3.6
Huiswerk voor volgende les:
Lees §3.3 en §3.4 en
de opdrachten uit deze les.
Slide 27 - Slide
More lessons like this
Herhaling hoofdstuk 3
November 2022
- Lesson with
21 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Balansmutaties en opstellen balans
January 2020
- Lesson with
22 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H6 Mutatiebalans
March 2023
- Lesson with
24 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Les 1 Balansmutaties en opstellen balans
September 2022
- Lesson with
30 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Balansmutaties en opstellen balans
September 2022
- Lesson with
22 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Balans en wv rekening
November 2020
- Lesson with
30 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2.4 Balans(mutaties)
February 2021
- Lesson with
40 slides
Economie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
BECO 1
September 2023
- Lesson with
23 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3