This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
1. Laat elkaar uitpraten. Probeer niet alleen je eigen mening te vertellen maar ook te luisteren naar de ander.
2. Geef je mening en argumenten
3. Reageer op de argumenten van de ander
4. Blijf bij het onderwerp
1. Bedenk 3 argumenten voor de stelling
2. Bedenk 3 argumenten tegen de stelling
3. Schrijf voor jezelf op papier
4. Overleg fluisterend, de anderen weten anders jouw argumenten al
5. Deze argumenten gebruiken we dalijk in een discussie
6. 10 minuten de tijd
5 personen voor de stelling
5 personen tegen de stelling
Als je iets wil zeggen ga je staan
Reageer op de ander en luister naar elkaar
De rest vult het beoordelingsformulier in
Na deze oefeningen bespreken we hoe het gegaan is
Afsluiting:
- Wat is een mening
- Wat is een feit
- Wat is argument
- Noem twee punten die belangrijk zijn in een discussie