4V

Bienvenue
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bienvenue

Slide 1 - Slide

Bienvenue
4 VWO
pak laptop uit kar 11 en je boek

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui
  • Grammatica B kunnen jullie  zelfstandig oefenen mbv de opdrachten en ook via www.verbuga.eu, thuis of in het andere uur.
  • Doel is deze periode nog  1 hoofdstuktoets te maken en de eindtoets
  • De eindtoets bestaat uit leesvaardigheid, alle bronnen B van alle hoofdstukken en uit de référence: lezen blz. 78,79,80 en leren F-N: blz 80 t/m 85.
  • Dit is veel werk, dus begin op tijd
  • het hele literatuurproject is geskipt,  zodat je voldoende tijd hebben voor de laatste 2 toetsen.

Tijdens een uitgevallen les kan je nu verder met dit werk 

Slide 3 - Slide

Aujourd'hui
  • herhaling COD-COI (login in lesson-up)
  • Châpitre 4 - uitspraak

Slide 4 - Slide

COD-COI
  • COI = m.v. -> aan haar of aan hem = à lui
  • COI = m.v. -> aan hun = à leur
  • COD = l.v. -> wie of wat + pv + ond. = le of la, l' of les
  • alle andere me, te, nous etc zijn identiek

eerst m.v. dan l.v. als ze allebei in een zin staan
Je te le donne


Slide 5 - Slide

les pronoms personnels 
het lv vind ik door te vragen?
het mv vind ik door te vragen?
de plaats van het lv/mv = ?
behalve als er een ..... in de zin staat.
COD
COI
een infinitief
 voor de pv
me/te/le/la/nous/vous/les
naar qui/quoi
naar à qui/ à quoi
me/te/lui/nous/vous/leur

Slide 6 - Drag question

COD 
COI
me-te-lui-nous-vous-leur
me-te-le/la/l'-nous-vous-les

Slide 7 - Drag question

les pronoms personnels compléments d'objet indirect -COI
             choisis le bon mot: LUI ou LEUR

Vous téléphonez à votre ami?
oui, nous venons de ...................... téléphoner
Il écrit souvent à sa mère?
Oui, il ........................ écrit souvent
Tu donnes les pommes à tes amis?
oui, je .............. donne les pommes
Elle parle à Pierre et Paul?
Non, elle ne ............................parle pas
LEUR
LUI
LEUR
lui

Slide 8 - Drag question

les pronoms personnels compléments d'objet direct -COD

oui je le connais
Oui, je les aime beaucoup
oui, elle nous appelle
il les achète.
Oui, je la vois.
Pierre achète un pantalon et un pull 
 Madame Arassi vous appelle
Tu vois cette fille?
Tu connais monsieur Oremus?
Tu aimes les chaussures rouges?

Slide 9 - Drag question

Hoe vervang je 'aan haar' in een zin waarbij de COI een vrouw is?
A
Lui
B
Elle
C
Leur
D
Il

Slide 10 - Quiz

Page 14 - La Prononciation
  • excercise 12 a
  • excercise 12b - écoute les phrases
  • à faire 12c

Slide 11 - Slide

Page 16 - écrire
  • excercise 14a -  à lire ensemble
  • 14b - ré-écrit le texte
  • 14c - relie les colonnes

Slide 12 - Slide

Page 18 - regarder
  • excercise 16 - relie les colonnes
  • lees excercise 17 voordat we de film gaan kijken
  • 17b - kijk naar het fragment en geef antwoord op de vragen
  • 17c - lees de vragen en kijk nog eens naar het fragment met geluid

Slide 13 - Slide

Page 19 - regarder
  • excercise 19a + b maken

Slide 14 - Slide

Page 20 - Lire
  • excercise 20a + b + c maken

Slide 15 - Slide

Wat gebruik je als pronom personnel als de COD een persoon is?
A
ce ou cela
B
les ou las
C
le of la
D
lui ou leur

Slide 16 - Quiz