Sekten en besloten genootschappen: De verschillen met religies

Sekten en besloten genootschappen: De verschillen met religies
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Sekten en besloten genootschappen: De verschillen met religies

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de verschillen tussen sekten en besloten genootschappen en religies begrijpen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over sekten en besloten genootschappen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn sekten?
Sekten zijn kleine, afgezonderde groepen met een sterke leider en strenge regels.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van sekten
1. Charismatische leider
2. Geheimhouding
3. Controle over informatie
4. Gedragscontrole
5. Manipulatie van volgelingen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn besloten genootschappen?
Besloten genootschappen zijn groepen met beperkte toegang, vaak gebaseerd op gemeenschappelijke interesses of beroepen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van besloten genootschappen
1. Selectieve toelating
2. Gemeenschappelijke interesses of beroepen
3. Gedeelde kennis en ervaringen
4. Sociale netwerken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Verschillen met religies
1. Religies hebben vaak een groter aantal volgelingen
2. Religies hebben vaak een centrale organisatie
3. Religies hebben een bredere maatschappelijke acceptatie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is wettelijk?
Sekten en besloten genootschappen zijn legaal, tenzij ze de wet overtreden (bijv. misbruik, fraude, etc.).

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Sekten en besloten genootschappen zijn kleine groepen met sterke leiders en strenge regels. Ze verschillen van religies door hun kenmerken en maatschappelijke acceptatie.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.