les 7 - omgaan met geld

L&B
Les 7 - omgaan met geld
1 / 13
next
Slide 1: Slide
l&bMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

L&B
Les 7 - omgaan met geld

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik (quiz)
  • H1 omgaan met geld
- 1.1 Inkomsten en uitgaven
- 1.2 Verzekeringen
- 1.3 Sparen
- 1.4 Lenen
  • Opdracht

Slide 2 - Slide

Waar moeten de regels in de Arbowet voor zorgen?
A
Dat werknemers genoeg salaris krijgen om van te leven.
B
Dat werknemers veilig en gezond kunnen werken.
C
Dat werknemers inkomstenbelasting betalen.
D
Dat werknemers inspraak hebben in bedrijfsbesluiten.

Slide 3 - Quiz

Maria is 87 jaar en ontvangt maandelijks een bedrag zodat zij kan rondkomen.

Hoe heet de uitkering die Maria ontvangt?
A
AOW-uitkering
B
bijstandsuitkering

Slide 4 - Quiz

Wie vormen de beroepsbevolking?
Vink de twee juiste antwoorden aan.

Alle mensen die …
A
een opleiding hebben gevolgd.
B
met pensioen zijn.
C
op zoek zijn naar een baan.

Slide 5 - Quiz

Pascal werkt als oproepkracht in de thuiszorg. Hij heeft zijn been gebroken, waardoor hij de komende twee maanden niet kan werken.

Op welke uitkering kan Pascal volgens jou aanspraak maken?
A
ZW-uitkering
B
WW-uitkering
C
bijstandsuitkering
D
AOW-uitkering

Slide 6 - Quiz

Aan het eind van deze les kun je…

  • Beschrijven van budgetteren is;
  • Uitleggen wat een verzekering is;
  • Vertellen waar je op kunt letten als je wilt sparen;
  • Opschrijven wat de risico’s van lenen zijn.

Slide 7 - Slide

Inkomsten en uitgaven

Het maken van een begroting noem je budgetteren.


  • Toeslag
  • Vaste lasten

Slide 8 - Slide

Verzekering
Een overeenkomst met een verzekeraar, waarbij jij een vast bedrag betaalt en de verzekeraar bepaalde kosten dekt.
Premie
Het vaste bedrag dat je betaalt voor een verzekering.
Zorgverzekering
Een verplichte verzekering die medische kosten dekt.
basispakket
aanvullende verzekering



Slide 9 - Slide

Sparen
Geld apart zetten voor later.

Rente
Een percentage van het bedrag dat je spaart of leent.

  • waarom is het handig om geld te sparen? 

Slide 10 - Slide

Lenen
Geld ontvangen dat je weer moet terugbetalen (met rente).
Schuld
Het geldbedrag dat je nog moet betalen.



Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Aan het werk...
Opdracht L&B – 3.7

Succes!
 

Slide 13 - Slide