This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Clase de español
Slide 1 - Slide
Voor de toets( para el examen)
Unidad 4 pag. 53: getalllen, aanwijzende voornaamwoorden moeten en onregelmatige werkwoorden.( ir en preferir).
Unidad 5 pag. 65 Uiterlijk en karakter,zeggen wat je leuk en niet leuk vindt en persoonlijke relaties met bezittelijke voornaamwoorden. Woordneschat unidad 4 en 5 classroom
Slide 2 - Slide
Escribe la fecha de hoy día / mes / año
timer
0:30
Slide 3 - Open question
La clase anterior y los deberes
Slide 4 - Slide
Ejercicio A
¡Escúchame!
Slide 5 - Slide
Ejercicio A (solución)
1 = E + H
2 = A + C
3 = D + G
4 = B + K
5 = L
6 = E + I
¡Escúchame!
Slide 6 - Slide
ropa
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Video
¿Qué llevan?
Kies een foto en schrijf drie zinnen (met llevar) wat de personen dragen op die foto (ropa y colores). Voer in op de volgende slide in lessonup
Ejercicio B
(deberes)
Slide 9 - Slide
Objetivo de la clase
Aan het einde van de les weet je hoe je moet zeggen welke print een kledingstuk heeft en van welke stof het is gemaakt.
Aan het einde van de les weet je hoe je moet vragen naar de prijs en hoe je moet zeggen hoeveel iets kost.
Slide 10 - Slide
vaqueros
zapatillas
botas
calcetines
abrigo
falda
vestido
camiseta
zapatos de tacón
Slide 11 - Drag question
El jersey
timer
0:10
A
het jasje
B
het t-shirt
C
het vestje
D
de trui
Slide 12 - Quiz
het t-shirt
timer
0:10
A
la camisa
B
el chandal
C
la camiseta
D
el jersey
Slide 13 - Quiz
El traje
timer
0:10
A
de pet
B
het pak (heren)
C
de armband
D
de jas
Slide 14 - Quiz
De jas
timer
0:10
A
la falda
B
el traje
C
la pulsera
D
el abrigo
Slide 15 - Quiz
aprenderespanol.org
Slide 16 - Link
los colores
Slide 17 - Slide
La ropa y los colores
Slide 18 - Slide
Escucha la canción y apunta:
¿Qué ropa hay? Apuntad las prendas de ropa con sus colores en neerlandés.